Huiszwaluw

Vijftien jaar zwaluwtillen

Vogelbescherming Nederland
12-JUL-2023 - Het is 15 jaar geleden dat de eerste huiszwaluwtil in Nederland werd geplaatst. De hoop was dat de zwaluwen er massaal zouden gaan broeden en dat de tillen zo een bijdrage konden leveren aan een oplossing voor het gebrek aan nestgelegenheid. Inmiddels staan er ruim 270 zwaluwtillen verspreid over Nederland. Dit levert interessante informatie op voor onderzoekers van Vogelbescherming en SOVON.

Minimaal 4 meter hoog en ruimte voor zo’n 90 nesten. Zo ziet een huiszwaluwtil er vaak uit. Inmiddels staan er verspreid door het hele land meer dan 270 van dit soort bouwwerken, om zo de huiszwaluw een plekje te bieden om te broeden. Inmiddels weten Vogelbescherming en Sovon steeds beter in welke situatie een til zinvol is en wanneer niet: als bestaande nestplaatsen verdwijnen is de huiszwaluwtil een goed alternatief. 

De huiszwaluwtil biedt de huiszwaluw een plekje om te broeden

Huiszwaluw uit steden verdwenen

Dat is nodig, want het gaat niet zo goed met de huiszwaluw. Ten opzichte van de jaren 70 is de huiszwaluw enorm afgenomen in ons land. In de grote steden, waar ze voorheen veel te vinden waren, zijn ze zo goed als verdwenen. De schatting is dat er zo’n half miljoen huiszwaluwen zijn verdwenen, een afname van tachtig procent. Gelukkig lijkt er de laatste decennia sprake van licht herstel. Reden genoeg om door te pakken!

Een van de oorzaken van de forse achteruitgang is dat plaatsen verdwijnen waar huiszwaluwen modder vandaan halen om hun nesten te bouwen. De huiszwaluw bouwt immers met modder en klei een nestje aan de muur of onder de dakgoot. Ook worden er regelmatig nesten weggestoken, omdat mensen bang zijn voor de mest onder de nesten. De huiszwaluwtil leek daarmee een ideale oplossing.

Is het een kwestie van tijd?

Een eerste, uitgebreid onderzoek met gegevens uit de periode 2009-2015 liet al zien dat lang niet alle tillen gebruikt worden, slechts zo’n 15 procent was toen bezet. Intussen zijn er zes extra jaren aan de dataset toegevoegd en is de steekproef aan tillen bijna verdubbeld. Het onderzoek is daarom dit jaar herhaald. De afgelopen vijf jaar is de bezettingsgraad iets omhoog gegaan, naar 17 procent. Maar de factor ‘tijd’, dus of de zwaluwen de tillen na een langere periode wel weten te vinden, blijkt niet doorslaggevend te zijn.

Waar nesten écht niet kunnen worden gespaard, is een til een goed alternatief

Goed alternatief als nesten verdwijnen

De belangrijkste conclusie van vijf jaar geleden, namelijk dat de tillen met name nuttig zijn als alternatief bij sloop- of renovatiewerkzaamheden, wordt bevestigd. Daar waar de nesten echt niet kunnen worden gespaard, is het plaatsen van een til een goed alternatief. In 66 procent van de situaties gaan de huiszwaluwen de til gebruiken om te broeden. Dat is goed nieuws. Als de tillen ‘extra’ worden geplaatst is de bezettingskans bijna vier keer lager. Hieruit blijkt dat het nog lastig is om huiszwaluwtillen als succesvolle aanvullende maatregel in te zetten. Het succes van de extra tillen zal waarschijnlijk afhangen van de beperkende factor ter plaatse: het aanbod aan geschikte nestplaatsen, de beschikbaarheid van bouwmateriaal of het voedselaanbod.

Deze gegevensanalyse was niet mogelijk zonder de inzet van Hans Willemsen, Will van Berkel en wijlen Wilfried de Jong en alle mensen die de gegevens van ‘hun’ tillen hebben doorgegeven. We willen de bezetting van de huiszwaluwtillen blijven volgen, door zo veel mogelijk tillen op te nemen in het Meetnet Kolonievogels van Sovon.

Meer informatie

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jan Lok (leadfoto: huiszwaluw); IVN Oisterwijk; Jelle de Jong