In veenmosvegetaties groeit een aantal kenmerkende paddenstoelen, die vanaf mei tot in de nazomer verschijnen. De meeste kun je zowel in laagveengebieden vinden als in (overblijfselen van) hoogvenen en de oeverzone van vennen op de pleistocene ondergrond. De zomer is een goed moment om op zoek te gaan naar deze paddenstoelen. Eén van de meest voorkomende soorten is de veenmosgrauwkop. Het is een onopvallend, geheel grijsbruin paddenstoeltje dat verspreid of in groepen in het veenmos groeit. Je kunt ze vinden door naar bleke plekken in het veenmos te zoeken. Het hoedje wordt tot drie centimeter in doorsnee, is meestal donkerder in het centrum en aan de rand gestreept. De ranke steel is heel breekbaar en zit deels verborgen in het veenmos. Het meest opvallende kenmerk ontwaar je als je aan de paddenstoel ruikt (aan de onderzijde van de hoed): een sterk ranzige meelgeur. De sporefiguur is wit, een verschil met gelijkende satijnzwammen die in hetzelfde biotoop kunnen voorkomen: zij hebben een bruinroze sporenfiguur.
Veenmosgrauwkop groeit parasitair op verschillende veenmossoorten in zompige omstandigheden in het laagveendistrict en in Hoog-Nederland. Hoewel ze behoorlijk talrijk kan zijn, vormt ze geen gevaar voor de veenmosvegetatie als geheel. De soort is in Nederland vrij algemeen en staat als kwetsbaar op de Rode Lijst.
Veenmosgrauwkop wordt samen met zes andere typische soorten van veenmosvegetaties sinds 2017 gemonitord in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. Veenmosvegetaties staan in ons land sterk onder druk en al deze soorten staan op de Rode Lijst Paddenstoelen. Veenmosgrauwkop behoort samen met veenmosvuurzwammetje en kaal veenmosklokje tot de minst zeldzame van deze soorten. De looptijd van de monitoring is nog te kort om trends te kunnen berekenen. Maar we zien wel dat veenmosgrauwkop in 2018 en 2022 – jaren met zeer droge en hete zomers – in veel minder kilometerhokken gemeld wordt dan in andere jaren, ook minder dan de andere twee genoemde veenmospaddenstoelen. In natte jaren wordt veenmosgrauwkop juist in meer kilometerhokken aangetroffen dan de beide andere soorten.
Het is hierdoor relevant om naar het verschil te in voorkomen te kijken tussen laagveen- en hoogveenvegetaties. Terreinbeheerders proberen in zeer droge jaren in laagveengebieden de waterstand voldoende hoog te houden, maar in hoogveengebieden en ven-oevers lukt dat niet. We zien dat in droge zomers veenmosgrauwkop in veenmosrietland in de laagveengebieden nog met voldoende vruchtlichamen groeit, maar in hoogveengebieden veel minder wordt aangetroffen. Over een langere periode kan dan bekeken worden of droogte effect heeft op de mycelia van veenmosgrauwkop, waardoor de soort uit verdroogde veenmosvegetaties zou kunnen verdwijnen.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van de… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Inge Somhorst en Alfons Vaessen, Nederlandse Mycologische Vereniging & SoortenNL
Foto’s: Henk Pras (leadfoto: veenmosgrauwkop); Roeland Enzlin; Henk Huijser; Alfons Vaessen