Natuur op de stoep: stoepstipjes

Hortus botanicus Leiden
25-JUN-2023 - De Hortus Botanicus Leiden besteedt veel aandacht aan planten die tussen de straatstenen en stoeptegels kunnen groeien. Verrassend genoeg is ook óp de stenen zelf genoeg leven mogelijk. Zo vormen vele bizarre korstmossen met even bizarre namen een levend tapijt onder onze schoenen. Verschillende soorten hebben verschillende verhalen. Deze keer: stippelkorsten.

Zwart-op-witkorst

Het leven op de stoep neemt veel verschillende vormen en kleuren aan. Korstmossen behoren tot de hoofdrolspelers in de biodiversiteit die aanwezig is op de stoep. Waar veel soorten opvallende plakkaten maken zoals de muurschotelkorst (Lecanora muralis) of vreemde geleiachtige structuren vormen zoals de geleimossen, zijn andere soorten veel onopvallender maar wel aanwezig. Een groep waar vooral weinig aandacht naar uitgaat is die van de stippelkorsten (Verrucaria), en dat terwijl deze groep juist soorten bevat die tot de algemeenste van Nederland behoren. Die algemene soorten zijn dat niet voor niets. Ze kunnen namelijk veel van de gebruikte steentypen voor wegen en stoepen bevolken, waardoor ze eigenlijk overal waar mensen leven voorkomen.
Deze stoepkorstjes zijn soms wat lastig te vinden, maar wanneer je ze eenmaal een keer gevonden hebt, zie je ze overal: op tuintegels, de stoep en muurtjes. Stippelkorsten ontlenen hun naam aan de vruchtlichamen. Bij veel korstmossen vormen deze een open schijf waar de sporen in gevormd worden, het zogenaamde apothecium. Stippelkorsten doen dit anders. Deze maken een hol bolletje met een porie die de binnenruimte verbindt met de buitenwereld. De sporen worden aan de basis van het bolletje gevormd en verspreiden zich via de porie naar de buitenlucht. De sporen zijn stoffijn en kunnen daarom ver komen in de lucht. De vruchtlichamen, peritheciën genaamd, zijn deels verzonken in het lichaam van het korstmos: het thallus. Dit thallus vormt een korst op de vaak stenige ondergrond. In dit lichaam zorgen de talloze peritheciën voor een stippelpatroon: de stippelkorst.

Herkenning en bijzondere leefmilieus

Eencellige ascosporen van de gewone stippelkorst

Voor het determineren van stippelkorsten is wat vastberadenheid en doorzettingskracht nodig, al zijn sommige algemene en goed ontwikkelde soorten wel met wat oefening gemakkelijk te herkennen. Voor kleine soorten met weinig kenmerken die in het veld zichtbaar zijn is meer geduld nodig. Microscopische controle van de sporen, reacties op blootstelling aan bepaalde chemicaliën en zelfs de structuur van het perithecium is vereist. De sporen van stippelkorsten hebben ook een karakteristieke vorm: eivormig tot ovaal. Ze bestaan meestal maar uit één cel.

In Nederland komen rond de dertig soorten voor. Juist vanwege de lastige herkenning van sommige soorten is deze groep minder bekend. Terwijl hun ecologie super interessant kan zijn. Zo heb je de bedreigde groene waterstippelkorst (Verrucaria hydrophila) die alleen groeit op gladde kiezelstenen in heldere beken die permanent door een dun laagje stromend water overspoeld worden. Langs dijken aan de kust groeien bepaalde zeestippelkorsten, maar alleen in specifieke zones die tijdens vloed volledig door de zee ondergedompeld zijn. Andere zijn weer heel goed in het koloniseren van heel kortstondige groeiplaatsen, zoals afbrokkelende heidekantjes waar de zandstippelkorst (Verrucaria bryoctona) zich thuisvoelt. Er zijn ook soorten die minder kritisch zijn en kunnen leven op allerlei stenige substraten zolang deze een beetje kalk bevatten. Hier vallen ook de typische stoepkorstjes onder, die ook in de stad de nodige variatie tonen.

Diversiteit

Zwart-op-witkorst, met duidelijke zwarte vruchtlichamen op een onopvallende witte korst

Binnen de stippelkorsten zijn talloze vormen en kleuren mogelijk. Op de stoep kan je al snel witte tot bruine, schubbige tot korrelige en gladde tot verbrokkelde soorten zien. Een soort met een erg toepasselijke naam is de zwart-op-wit-korst (Verrucaria muralis). Deze vormt bleke tot grijze plakkaten met zwarte vruchtlichamen: zwart op wit dus.
Er zijn ook stippelkorsten waarvan het thallus allerlei bijzondere structuren vertoont. Het lijkt dan net alsof het thallus is opengebarsten en een soort landkaart vormt. Dit is goed te zien bij de gewone stippelkorst (Verrucaria nigrescens) die bruine schotsjes vormt met talloze vruchtlichamen. 

Hoewel de soort variabel is, kan deze schubbige soort ook makkelijk in de tuin gevonden worden. Basische steen, zoals stoepranden, zijn favoriet. Een gelijkende soort is de bleke stippelkorst (Verrucaria ochrostoma) die doorgaans minder uittredende peritheciën heeft en een meer bleekbruine thalluskleur dan de gewone stippelkorst. Hier geldt dus ook: microscopisch controleren geeft zekerheid.

 

Gewone stippelkorstDe soms moeilijk herkenbare bleke stippelkorst kenmerkt zich vaak door de bleke kleur

Glas-in-lood op de stoep

Een soort die beter herkenbaar is aan het unieke patroon op het thallus is de mozaïekstippelkorst (Verrucaria polysticta), een van de fraaiste soorten. De donkere vruchtlichamen zitten hier tussen bleker gekleurde veldjes die op hun beurt weer op kleine schotsjes geplaatst zijn. Er ontstaat, het kan al geraden worden, een bijzonder mozaïek! Deze soort verkiest wat oudere steen dan de zwart-op-wit-korst en de gewone stippelkorst, maar kan op de oudere stoep ook wel hier en daar opduiken. Het is een leuke speurtocht waard om deze soort, die een eigen glas-in-lood patroon maakt, te vinden.

De mozaïekstippelkorst vormt een bijzonder glas-in-lood patroon en is vaak te vinden op oude steensubstraten. Een van de mooiste stippelkorstenWie weet leidt zo’n zoektocht wel tot meer interesse en durft u op een gegeven moment zelfs om te zoeken naar meer cryptische en lastig te vinden stippelkorsten. Begin uw zoektocht in ieder geval dichtbij huis: op de stoep.

Meer informatie

Tekst: Harold Timans, Hortus Botanicus Leiden
Foto's: Arjan de Groot; Lukas Verboom; Tom Schrier; Matthijs Molenaar