Wat was jouw eerste dagvlinder dit jaar?
De VlinderstichtingDe vier algemene vlinderoverwinteraars zijn citroenvlinder, dagpauwoog, kleine vos en gehakkelde aurelia. De laatste tijd zijn er twee bijgekomen. De grote vos was (vrijwel) verdwenen uit ons land, maar is aan een flinke revival bezig en wordt op tientallen of zelfs honderden plekken gezien, ook na de winter. De atalanta is een trekvlinder, die normaliter in het najaar weg trekt naar zuidelijker streken. Maar de laatste tijd blijven ook steeds vaker atalanta’s hier in de winter. Als het niet te hard vriest, overleven ze dat ook. Langdurige echte koude perioden zullen ze echter niet overleven. Ze hebben namelijk geen winterslaap, maar gaan ‘onbeschermd’ in rust als het koud is. De andere soorten maken zich helemaal ‘winterklaar’ en kunnen dus prima tegen vorst van 15 graden. De atalanta vergeten we nu even en we focussen ons op de vijf ‘echte’ vlinderoverwinteraars.
Op het kaartje zien we per gemeente welke vlinder daar dit jaar als eerste is waargenomen. Dan valt op dat de citroenvlinder vooral op de zandgronden de eerste was, maar op de kleigronden in Friesland en Groningen was de kleine vos, samen met de dagpauwoog meestal de eerste. Bijzonder is toch wel dat de grote vos, die dus maar net in ons land is terug gekeerd, toch in negen gemeenten de eerste dagvlinder was die gemeld werd, onder andere in een aantal gemeenten in Midden-Limburg. De gehakkelde aurelia is altijd wat later dan de meeste andere vlinderoverwinteraars en dat zien we terug op het kaartje. Als we kijken naar de grafiek met de eerste vlinder die waarnemers te zien kregen, komt een variatie van jaar tot jaar duidelijk naar voren. In het afgelopen voorjaar was voor de meeste vlinderaars de citroenvlinder de eerste die ze meldden, met dagpauwoog als goede tweede. Wederom is de grote vos een opvallende verschijning en die is door net zoveel waarnemers als eerste gezien als de gehakkelde aurelia.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje en grafieken: NDFF