Popoverwinteraars vliegen: vlinderseizoen is nu echt begonnen
De VlinderstichtingHoewel de temperatuur nog niet vaak hoog is, worden er toch veel vlinders gemeld. Dit komt vooral omdat het droog en zonnig is. Vlinders gebruiken de zonnestralen om op temperatuur te komen. Ze vliegen letterlijk op zonne-energie. De beste lichaamstemperatuur voor vlinders is zo’n dertig graden want het zijn ‘koudbloedige’ dieren. Ze kunnen niet zichzelf op de juiste temperatuur brengen en houden, maar moeten daar warmte van buiten voor gebruiken. Door hun vleugels als zonnecollectoren te gebruiken en die warmte efficiënt naar hun lijfje te brengen, kunnen ze binnen een paar minuten zonnen dertig graden zijn en dus vliegen. Op bewolkte dagen zie je dan ook maar weinig vlinders, of de temperatuur moet echt flink boven de twintig graden zijn. De eerstelingen zijn vaak de vlinderoverwinteraars. Die zijn al ‘klaar’ en hoeven alleen maar te ontwaken uit hun winterslaap. Het gaat hier om citroenvlinder, dagpauwoog, kleine vos en gehakkelde aurelia als algemene soorten en de zeldzamere grote vos en rouwmantel. De laatste tijd is ook de atalanta hier in de winter. Bij strenge vorst zullen vele daarvan het niet overleven, maar dit jaar vliegen ze alweer volop.
De afgelopen week zien we, naast de vlinderoverwinteraars, ook veel meldingen van de soorten die in de winter pop zijn. Dat gaat bijvoorbeeld om de koolwitjes: groot koolwitje, klein koolwitje, klein geaderd witje en de laatste jaren ook de nieuwkomer scheefbloemwitje. Al deze soorten zijn al gezien deze week. Ook het oranjetipje hoort bij de witjes en ook deze popoverwinteraar is al gemeld. Met de komst van het oranjetipje wordt het vlinderseizoen echt afgetrapt. Deze is te vergelijken met de boerenzwaluw bij de vogelaars: als die er is begint het echte voorjaar. Het bont zandoogje was enkele tientallen jaren geleden een echte bosvlinder, maar de laatste tijd is deze vlinder ook op allerlei andere plekken te zien en komt hij ook veel voor in tuinen. De eerste bont zandoogjes zijn al uit de pop gekomen en zijn verspreid door het hele land te vinden. Ook het boomblauwtje kunt u in stad of dorp en ook in uw tuin te zien krijgen. De vrouwtjes zijn prachtig blauw van boven, met een donkere vleugelpunt. De mannetjes zijn helemaal felblauw van boven. Een blauwtje nu in de tuin is zeker een boomblauwtje, want de andere blauwtjes verschijnen pas later in het jaar.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting