Een nieuw zeewier: Stomp rendiergeweiwier

Stichting ANEMOON
11-DEC-2022 - Op 30 april 2022 werden in de Oosterschelde nabij Goes de eerste exemplaren gevonden van een voor ons land nieuw roodwier. Dit kreeg de naam Stomp rendiergeweiwier. In juli werd de soort wat verder noordwestelijk gevonden. De vraag is hoe snel dit wier zich verspreidt en of het op meer plekken voorkomt.

Opnieuw is in de Oosterschelde een zeewier gevonden dat niet eerder autochtoon levend in Nederland is waargenomen (wel in aanspoelsel). Het gaat om Stomp rendiergeweiwier (Osmundea hybrida). Deze soort werd aangetroffen bij het Goese Sas, op dezelfde plaats waar nog geen jaar geleden Fijnvertakt geleiwier (Gelidium spinosum) werd gevonden. Stomp rendiergeweiwier is een Atlantische soort die al lange tijd ten zuiden van ons land voorkomt: van Portugal tot de Britse Eilanden (van Het Kanaal en noordelijk tot aan de Shetland Eilanden). Het wier is niet bekend ten noordoosten van Nederland (Helgoland, Denemarken en Noorwegen). Met deze vestiging in Nederland heeft de soort zich naar het noorden weten uit te breiden: het is daarmee een zogenaamde klimaatopschuiver, die gebruik heeft gemaakt van de hoger wordende temperaturen. 

Niet voor schaalhorens?

Het Stomp rendiergeweiwier viel onmiddellijk op omdat er vrij grote planten – 10 centimeter hoog, 20 centimeter in doorsnede – werden waargenomen in de door de Schaalhoren (Patella vulgata) kaal gegraasde zone in het midden van het getijdengebied, de ‘Limpet Zone’ of ‘schaalhorenzone’. Het lukt schaalhorenslakken slechts op enkele plaatsen in Zeeland om een ongeveer twee meter brede zone volledig kaal te grazen. Het is natuurlijk vreemd dat Stomp rendiergeweiwier niet begraasd wordt: misschien herkennen de ter plaatse levende schaalhorens dit wier (nog) niet als voedsel. Of misschien is dit wier om de een of andere reden niet eetbaar of onsmakelijk. Bekend is bijvoorbeeld dat sommige zeewieren ingewikkelde chemicaliën kunnen aanmaken om vraat tegen te gaan. Het bekendste voorbeeld is Azijnwier (Desmarestia viridis), dat zijn cellen vult met zuur met een zuurgraad van minder dan één. Van Osmundea-soorten is bekend dat ze diverse gehalogeneerde verbindingen (onder andere chloor- en broomverbindingen) produceren om begrazing door herbivore krabben en zee-egels te voorkomen. Mogelijk geldt dit dus ook voor schaalhorens. Andere slakken lijken zich niet aan het wier te storen; zo zagen we op en tussen het wier onder meer de Alikruik (Littorina littorea) en de Japanse stekelhoren (Ocinebrellus inornatus).

Leuk weetje: uit het buitenland is bekend dat Stomp rendiergeweiwier ook OP de schelp van schaalhorens kan groeien.

Enkele jonge struikjes van het Stomp rendiergeweiwier (Goese Sas, 30 april 2022) met daarbij de Gewone alikruik (Littorina littorea) en – linksonder – de Japanse stekelhoren (Ocinebrellus inornatus)

Herkennen

Stomp rendiergeweiwier is een roodwier, al zou je dat niet direct zeggen. In het veld is de kleur van de oudere delen donker paarsbruin, soms met een iets rode tint. De toppen zijn veel lichter van kleur, tot bijna geel. In de loop van het jaar wordt de kleur steeds lichter bruin, tot geel onder invloed van zonlicht en soms heldergroen als gevolg van endofytische groenwieren die zich tussen de oppervlaktecellen hebben gevestigd. Het is een vrij stevig wier dat ook boven water zijn structuur behoudt. Het hecht zich (vooral) aan de schaduwzijde van stenen, met een discusvormige plakvoet die wel 1,5 centimeter in doorsnede kan worden. Het wier sterft in de loop van de zomer af, de ‘plakvoet’ blijft het hele jaar aanwezig.

De kraakbeenachtige assen zijn rijk vertakt en er is geen duidelijke hoofdas te onderscheiden De stompe uiteinden van de kleine zijtakken zijn enigszins hol (ingezonken); in de holten staan bundels haren. Vanuit deze holten vindt de groei plaats. Alle gevonden planten bleken (ongeslachtelijke) voortplantingsproducten te produceren: tetrasporangia, kapsels met vier sporen die ontstaan uit de oppervlaktecellen. Geslachtelijke voortplantingsproducten, zoals mannelijke spermatangia of vrouwelijke cystocarpen, zijn in Nederland nog niet waargenomen. 

Overigens is uit Nederland – op de voetjes van aangespoeld riemwier – nog een andere vertegenwoordiger van dit geslacht bekend: Geveerd rendiergeweiwier (Osmundea pinnatifida). Dat heeft veel plattere en regelmatiger geveerde assen en is vaak roodpaars tot paars van kleur. In tegenstelling tot Stomp rendiergeweiwier heeft Geveerd rendiergeweiwier een kruipende, vertakte plakvoet.

Stomp rendiergeweiwier is een ook buiten het water stevig roodwier met een bruine tot paarsbruine kleur, de uiteinden zijn vaak veel lichter. Rechts: uiteinde van een tak met ingezonken top en haarbundel; in het midden de veel rodere tetrasporangia

Door DNA bevestigd

In het veld deed het nieuwe wier regelmatige bezoekers van Bretagne direct aan een
Osmundea-soort denken, maar om welke soort het ging was eerst nog onduidelijk. Op basis van de ingezonken toppen werd O. hybrida als meest voor de hand liggende kandidaat gezien. DNA-onderzoek door Luna van der Loos van de Universiteit Gent heeft deze determinatie inmiddels bevestigd.

Oproep

De eerste exemplaren van Stomp rendiergeweiwier werden gevonden op 30 april 2022 aan de noordzijde van de oude uitgang van het Havenkanaal van Goes (Duikplaats Goese Sas). Op 12 juli 2022 werden 200 meter noordwestelijk daarvan ook meerdere exemplaren gevonden. We zijn benieuwd hoe snel deze soort zich verspreidt door de Oosterschelde en of deze op meer plekken is waargenomen. Graag roepen we iedereen op naar Stomp rendiergeweiwier uit te kijken. Foto’s met vindplaats zijn welkom!

Waarnemingen

Geïnteresseerd in het doen van waarnemingen van wieren en dieren die leven in de getijdezone van de verharde delen van onze kust? Dan ben je van harte welkom bij het bij LIMP-project van Stichting ANEMOON. Aanmelden en waarnemingen doorgeven voor dit project kan je doen via het ANEMOON-portaal. Losse waarnemingen zijn welkom op platforms als Verspreidingsatlas.nl en Waarneming.nl.

Tekst: Frank Perk, Luna van der Loos, Mart Karremans & Mick Otten, allen Stichting ANEMOON en Strandwerkgemeenschap; Luna van der Loos tevens Universiteit Gent
Foto's: Mick Otten (leadfoto: deel van een steen geheel bedekt met Stomp rendiergeweiwier (Goese Sas, 30 april 2022); Frank Perk