Hoe de verhuizing van Aziatische olifanten bijdraagt aan het behoud van deze bedreigde diersoort
Wageningen UniversityOnderzoeker Jeroen Kappelhof beheert samen met een collega het Europese stamboek van de Aziatische olifant vanuit Blijdorp, en hij onderzoekt voor de WUR de evolutionaire geschiedenis van het dier. Hij is met de olifanten Trong Nhi en Nhi Linh mee gereisd naar de Verenigde Staten. "Dat is gelukkig allemaal heel goed gegaan," zegt Kappelhof. "De olifanten hadden tijdens het hele transport genoeg te eten en drinken en ze konden zelfs slurfcontact hebben met elkaar."
Vertaalslag naar wilde dieren
In zijn onderzoek probeert Kappelhof met DNA-onderzoek en computersimulaties strategieën te ontwikkelen om genetische problemen te voorkomen en om mogelijke herintroductie in het wild te optimaliseren. Kappelhof: "Op dit moment leeft 23 procent van de Aziatische olifanten niet in het wild. Vanwege dit grote aandeel is het belangrijk om te weten hoe deze dieren, die bijvoorbeeld in dierentuinen leven, zich genetisch gezien verhouden tot de dieren die nog wel in het wild leven. Lijken de dieren in dierentuinen genetisch gezien nog wel op hun soortgenoten in het wild?"
De verhuizing van Blijdorp naar de Smithsonian's National Zoo in Washington DC, VS (Bron: Diergaarde Blijdorp)
Dit is belangrijke informatie als natuurbeschermers in de toekomst olifanten gaan herintroduceren in het wild. "Je wilt geen dieren terugbrengen die op genetisch niveau teveel afwijken van de dieren die nog wel voorkomen in een bepaald gebied," zegt Kappelhof. "Want dan loop je het risico dat populaties hun aanpassingen aan de lokale omstandigheden verliezen."
Genetische gezondheid
In de natuurbescherming is heel veel kennis opgebouwd, maar op genetisch vlak is nog veel onbekend. "Van nog maar negen Aziatische olifanten in de wereld is het hele genoom uitgelezen en gepubliceerd," zegt Kappelhof. "En die genetische informatie is juist van groot belang als je niet alleen kijkt naar een individuele olifant, maar als je wil weten wat de genetische gezondheid van een populatie is."
Om de genetische gezondheid te bepalen kijken onderzoekers bijvoorbeeld naar inteelt. Kappelhof: "De mate van inteelt zegt iets over hoe kritiek een populatie er voor staat. Op dit moment wordt er nog teveel gefocust op het aantal individuen dat een populatie nog telt."
Vierde ondersoort
Deze genetische informatie is ook van belang om vast te stellen of er een evolutionaire splitsing is geweest. Mogelijk bestaat er een vierde ondersoort van de Aziatische olifant: die van Borneo. Tot nu toe is aangenomen dat er maar drie ondersoorten zijn. "Bij een vierde ondersoort moeten we wellicht het fokprogramma aanpassen," zegt Mirte Bosse. Bosse leidt dit onderzoeksproject waarvoor zij een ENW-M1 subsidie heeft ontvangen. "Als je dieren herintroduceert in het wild, is een kruising van ondersoorten niet ideaal."
De diverse ondersoorten hebben de afgelopen duizenden jaren mogelijk strikt van elkaar gescheiden geleefd. Daardoor zijn er bij de verschillende populaties unieke genetische mutaties ontstaan die alleen in desbetreffende populatie voorkomen. Bosse: "Als we die verschillende mutaties zouden gaan combineren, dan kan dat schadelijk zijn. De vrouwtjes zouden bijvoorbeeld vruchtbaarheidsproblemen kunnen krijgen."
Tekst: WUR
Foto: Jeroen Kappelhof
Film: Diergaarde Blijdorp