Aanplant nieuw bos verloopt nog niet snel genoeg
StaatsbosbeheerHarrie Hekhuis, programmadirecteur Bos & Klimaat bij Staatsbosbeheer, vertelt dat er flink wat nieuw bos is gerealiseerd, maar het nog niet zo hard gaat als gewenst. "De vergunningentrajecten gaan bijvoorbeeld helaas erg traag." Hij is wel hoopvol dat het gaat lukken. "Er is in ieder geval plek genoeg."
Plantseizoen voor de deur
Op veel plekken in Nederland staan de Staatsbosbeheer-medewerkers weer klaar om de schop in de grond te steken voor de aanplant van nieuwe bomen. De winter is de periode om dat te doen. De bomen zijn dan in ruststand. Zo ook de jonge bomen op de kwekerij. En in ruststand kunnen ze het best verplaatst worden naar hun definitieve plek. Afhankelijk van het weer – het mag niet te warm, maar ook niet te koud zijn – loopt het plantseizoen ongeveer van november tot en met maart. Harrie Hekhuis vertelt dat we het komend plantseizoen zo’n 300 hectare nieuw bos erbij krijgen door aanplant of spontane ontwikkeling.
Grasland tot bos omvormen
In het plantseizoen 2019/2020 hebben we 83 hecatre bos erbij gekregen, in 2020/2021 ging het om 192 hectare en in 2021/2022 was het 218 hectare. Omdat we in tien jaar tijd 5.000 hectare nieuw bos willen hebben in onze gebieden, lijkt dat nog niet snel genoeg te gaan. Hoe kan dat? Harrie Hekhuis: "Op de eerste plaats is die 5.000 hectare ook echt een ambitieus plan, en op de tweede plaats lopen de benodigde procedures erg traag. Als Staatsbosbeheer hebben wij in kaart gebracht waar in onze gebieden bijvoorbeeld grasland tot bos is om te vormen. Als grasland al te veel is aangetast door stikstof of verdroging, lukt het waarschijnlijk niet meer om de gewenste ontwikkeling van de biodiversiteit te realiseren. Bos kan voor een aantal terreinen met korte vegetaties als grasland zeker meerwaarde hebben in termen van klimaat en biodiversiteit. Dat blijkt ook weer uit een recente studie in opdracht van provincies en LNV. Als we al dat soort plekken bij elkaar optellen komen we tot 5.000 hectare."
Trage processen remmen af
"Dat is natuurlijk een plaatje dat we moeten omzetten in uitvoering," vervolgt Harrie. "Eerst moeten vervolgens intern de neuzen dezelfde kant op. Collega’s hebben jarenlang gewerkt aan het vergroten van de biodiversiteit op zo’n grasland. Ze hebben zich bijvoorbeeld ingezet voor meer weidevogels. Het is dan niet altijd gemakkelijk om te moeten omschakelen naar bosontwikkeling. En het blijft ook altijd kiezen: er zijn meerdere wegen naar Rome. Zodra we het er intern over eens zijn een gebied tot bos om te vormen, start het vergunningentraject met de betrokken gemeenten en de omwonenden. De voorstellen die we doen moeten lange complexe procedures doorlopen voordat we daadwerkelijk aan de slag kunnen. Iedere verandering moet door de gemeente getoetst worden aan de omgevingswet, ook als dat onze eigen gebieden betreft. En niet overal willen ze grasland, waar je mooi overheen kunt kijken, vervangen door bos."
Tempo toenemen
Omdat die vergunningstrajecten inmiddels op veel plekken lopen, ook de provincies bosuitbreiding meer gaan stimuleren en we samen met bijvoorbeeld andere rijkspartijen bosuitbreiding oppakken, verwacht Harrie dat het aanplanttempo de komende jaren toeneemt. "En we zijn ook niet de enige die tegen de complexiteit van verandering in het landschap aanlopen trouwens. Sterker nog, vergeleken met andere organisaties doen we het erg goed. Van de nog geen duizend hectare nieuw bos dat tot nu toe is gerealiseerd, komt vijfhonderd van ons. En het echte pluspunt is natuurlijk dat de jarenlange teruggang in hoeveelheid bos, nu is omgebogen naar een toename."
Grote stappen
Naast de 5.000 hectare nieuw bos in eigen gebied, is Staatsbosbeheer uiteraard ook betrokken bij nieuw bos in nieuwe natuurgebieden. "Op veel provinciale tafels liggen plannen voor extra bos rondom bestaande natuurgebieden, als verbinding tussen natuurgebieden en rondom steden. Zodra dat allemaal rond komt, kunnen we echt grote stappen zetten. Zo is bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant ambitieus bezig. Daar hebben ze goed naar de kaart gekeken hoe hun toekomstige natuur eruit ziet. Ze concludeerden dat ze daarmee hun doelen niet gingen halen, en hebben daarna een enthousiast bosplan vastgesteld. Natuurlijk zijn die vergunningen dan nog steeds nodig, maar zo’n stevige stimulans vanuit de provincie helpt enorm. Daarom laten wij actief bij alle provincies zien waar wat ons betreft meer ruimte is voor bos in hun provincie. Ook zijn er plannen om samen met rijkspartijen als Rijkwaterstaat, Prorail en het Rijksvastgoed nieuw bos te ontwikkelen. Als we met zijn allen willen, is er plek genoeg."
Bomen kappen
Aan de ene kant wordt dus nieuw bos geplant, maar tegelijkertijd worden er bomen gekapt. Hoe verhoudt dat zich tot elkaar? Harrie vertelt dat het één eigenlijk niets met ander te maken heeft. "De afgelopen jaren was het grootste deel van de bomen die we hebben gekapt zogenaamde calamiteitenkap. Door bijvoorbeeld de essentaksterfte en de letterzetter was het nodig honderden hectares sparren en essen te kappen. Hiervoor in de plaats worden sowieso weer nieuwe bomen geplant. Maar die tellen niet als nieuw bos. Ook kappen we bijvoorbeeld om een bos uit te dunnen of te verjongen. Dat biedt de overgebleven bomen en struiken meer ruimte of plek voor nieuwe bomen en struiken. Ook daar gaat dus geen bos door verloren. Al het bos dat we nog kappen voor de ontwikkeling van heide of duinen, compenseren we. Lees in het artikel Hoeveel kapt Staatsbosbeheer eigenlijk? hoeveel we vorig jaar hebben gekapt en om welke redenen. Het bestaande bos houden we zoveel mogelijk in stand. Bij de 37.000 hectare uit de nationale bossenstrategie – waarvan 5.000 op ons gebied – gaat het echt om extra bos."
Tekst en foto's: Staatsbosbeheer