Natuurjournaal 2 oktober 2022

Tijdens de bodemdierendagen nemen we vandaag de mier onder de loep. Mieren, zo klein, maar ze zijn met zoveel! In een recente studie werd het aantal mieren op aarde geschat op 20 biljard. In Nederland wonen bijna tweehonderd soorten mieren. Als je de namen hoort, krijg je het vermoeden van een fascinerende mierenwereld. De schaduwmier, waarvan de koningin de kolonies van andere soorten overneemt. De moerassteekmier, in wiens nest de rups van het pimpernelblauwtje overwintert. De diefmier, die voedsel uit andere mierenhopen steelt. Een veel voorkomende soort in tuinen is de zwarte wegmier. Deze kleine, zwarte miertjes verzamelen de honingdauw van bladluizen om aan de larven te voeren. In de zomer zijn de nieuwe koninginnen uitgevlogen en hebben – na de paring – eitjes gelegd onder de grond. Op dit moment komen ze bijna uit, de koningin moet zelf voor deze eerste larven zorgen.

Je kunt er inderdaad bijna op gaan zitten, de zadelzwam. Het is een zeer grote zwam met een stevige hoed die soms vijftig centimeter breed wordt. Ook de steel is dan centimeters dik. Die steel zit wat excentrisch, waardoor de hele constructie lijkt op een ‘ouderwets rond dameszadel of dat van een oude tractor’. Vaak groeien er meerdere bij elkaar. Veelal zijn ze te vinden op stronken van vergane beuken, essen en populieren en soms ook in levende bomen.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl; Mike Hirschler, IVN
Foto’s: Ab Baas, Saxifraga; Mike Hirschler