Natuurjournaal 1 augustus 2022

Wie wordt er niet blij van het zien van puttertjes? Kleine groepjes van deze bontgekleurde vogeltjes kondigen zich aan met een vrolijk klingelend roepje. Was het oorspronkelijk een vogel van bosranden, tegenwoordig voelen ze zich ook thuis in tuinen en parken. Als hun favoriete eten er maar te vinden is: de zaden van composieten, zoals paardenbloemen en distels. De putter wordt dan ook wel distelvink genoemd. Putters zijn net klaar met het voeren van de kuikens van het tweede legsel. Die krijgen geen zaden te eten, maar eiwitrijke insecten om goed te groeien. Daarna schakelen de putters weer over naar een dieet van onrijpe en rijpe zaden, die nu veel te vinden zijn. Wil je op de hoogte blijven van de veranderingen in het leven van de putter? Volg de vogel dan in de Nature Today-app, dan krijg je een melding bij elke nieuwe gebeurtenis.

Elke zomer worden natte graslanden en slootkanten opgevrolijkt door de paarse pluimen van de grote kattenstaart. De lange bloemaren steken overal bovenuit en zijn niet te missen, maar om ze met de staart van een kat te verwarren heb je wel wat fantasie nodig. Het tweede deel van de wetenschappelijke naam is salicaria, wat erop duidt dat het blad op wilgenblad lijkt. Net als bij het wilgenroosje, waar grote kattenstaart wel wat op lijkt. Wilgenroosjes hebben echter wat lossere bloemaren en kunnen ook beter op drogere plekken groeien dan grote kattenstaart.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Luc Hoogenstein en Ed Stikvoort, Saxifraga