Veenmos

Hoogveen op gang helpen met water en stro

OBN Natuurkennis
17-MEI-2022 - In het Bargerveen is de waterhuishouding een van de grootste uitdagingen. Maar ook als het gebied nat genoeg is, komt het herstel van het hoogveen niet goed op gang. In een OBN-onderzoek is onderzocht of deze ontwikkeling versneld kan worden.

Een van de meest waardevolle hoogveenrestanten van Nederland ligt in het Bargerveen in Oost-Drenthe. Het is een relatief klein restant (zo’n 2.500 hectare) van wat ooit het grote Bourtangermoeras was met een omvang van 160.000 hectare. Maar ook van dit restant was eind jaren 70, toen Staatsbosbeheer het gebied in beheer kreeg, weinig over. Sindsdien heeft Staatsbosbeheer er keihard aan gewerkt om het overgebleven levend hoogveen te behouden en nieuw hoogveen te ontwikkelen.

Goede hydrologische uitgangssituatie

Hoogveen vereist nogal specifieke condities. Zo moet het water tot op of boven het maaiveld komen en moet het grondwater tot in de veenbasis komen. Afgelopen jaren zijn in het Bargerveen vele sloten en kanalen gedempt, asfaltwegen verwijderd en veenkades hersteld. Daarmee was de hydrologie nog niet op orde: er is een verschil van twee tot drie meter tussen het gewenste waterpeil voor de natuur en dat voor de landbouw. Dat maakt een buffergebied tussen het Bargerveen en Schoonebeek noodzakelijk. In het Duitse deel is een vergelijkbare buffer ingesteld.

Het Bargerveen

Herintroductie van veenmos

De hydrologie in het Bargerveen is nu grotendeels op orde. De uitdaging is het opnieuw op gang krijgen van hoogveenontwikkeling. Bultvormende veenmossen spelen een sleutelrol bij de ontwikkeling van de acrotelm. Deze mossen komen in Nederland echter slecht tot ontwikkeling. Daarom hebben de OBN-onderzoekers geëxperimenteerd met de herintroductie van veenmos. In de herintroductie-experimenten werden verschillende behandelingen getest, waaronder kunstmatige aanvoer van water via een pomp en bedekking van de bodem en de aangebrachte veenfragmenten met eenarig wollegras dan wel stro.

Droge zomers

De onderzoekers ondervonden grote uitdagingen vanwege de droge zomers, waardoor het grondwater tot wel tachtig centimeter onder maaiveld wegzakte. Op sommige plekken stokte de kunstmatige wateraanvoer in de experimenten omdat de pomp droog kwam te liggen. Toch kan op basis van de overige resultaten gesteld worden dat kunstmatige wateraanvoer nodig is om herintroductie in droge zomers succesvol te maken. Gezien de klimaatverandering zijn deze omstandigheden vaker te verwachten.

Onderzoekers Juul Limpens (Wageningen UR) en Hilde Tomassen (B-WARE) op een proeflocatie in het Bargerveen

Water aanvoeren en afdekken met stro

Stro, dat zorgt voor een gunstig microklimaat en uitdroging door de zon tegengaat, blijkt bij het vochtig houden goed te helpen. Op proefvlakken met goede wateraanvoer én strobedekking was de grootste uitbreiding van de bultvormende veenmossen. De gemeten hoogtegroei was ook het grootst bij stro. Strobedekking zonder wateraanvoer biedt een veel slechter resultaat. Bovendien komen er in die situatie veel berken op, wat nadelig is voor hoogveenontwikkeling. Hoogveenontwikkeling kan dus onder gunstige omstandigheden op gang geholpen worden door stukjes veenmos te verspreiden, die af te dekken met stro en vervolgens goed nat te houden.

Meer informatie

Tekst: Kennisnetwerk OBN 
Foto's: Koen Moons