Nachtvlindermythe: motten vreten gaten in mijn kleren

De eerste misvatting is dat het de vlinders zijn die je kleren opeten. Dat klopt niet: het zijn de rupsen die dat doen. De meeste nachtvlinders drinken, net als dagvlinders, nectar. Maar sommige nachtvlinders hebben helemaal geen tong, en drinken dus ook geen nectar. Bij die soorten eet de rups zoveel dat de vlinder voldoende energie heeft om zijn leven te voltooien. De rupsen van nachtvlinders eten bijna allemaal plantaardig materiaal, meestal groene bladeren, maar ook wel van bloemhoofdjes of juist van de zaden. Er leven zelfs rupsen van korstmossen en paddenstoelen en er zijn er die hout eten in de stam van bomen en in de wortels! En dan zijn er dus ook kleermotten, waaronder de klerenmot en de pelsmotten. De vlinders zijn ongeveer vijf millimeter groot. Ze waren vroeger vrij algemeen in Nederland. Met de komst van wasmachines werden de kleren beter schoongemaakt en werden de eitjes gedood. Hierdoor werden de soorten zeldzamer. Van nature leven de rupsen in oude vogelnesten en holen van zoogdieren, of in wespennesten. De rupsen leven echter ook wel binnenshuis en eten dan van verschillende soorten organische materialen zoals wol, haar, katoen en linnen.

Tegenwoordig hebben we een luxeprobleem en hebben veel mensen teveel kleren die ongebruikt in de kast hangen. Hierdoor kan de kleermot weer wat toenemen. Maar ernstige vormen neemt het niet aan. Kortom: geen zorgen als je een nachtvlinder ziet vliegen, de kans dat het een kleermot is, is heel erg klein. Ook Dorus kwam tot de conclusie de motten met rust te laten. “Die dotten van motten, in mijn ouwe jas.”

In mei staan de sociale mediakanalen van De Vlinderstichting in het teken van nachtvlinders! Volg de #meimotten om meer over deze prachtige beestjes te weten te komen. Elke dag een nieuwe soort, interessante feitjes en prachtige foto's. Je kunt makkelijk aanhaken door ook jouw mooiste foto's te delen met de hashtag #meimotten, een initiatief van Theo de la Ruelle.

Kijk op de meimottenpagina voor meer informatie over nachtvlinders.

Tekst: Ineke Radstaat & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Jurriën van Deijk; De Vlinderstichting