Bultrugzalm voor het eerst waargenomen in Nederland
Wageningen Marine ResearchAan de buitenzijde van de Haringvlietsluizen bij Stellendam zijn op 2 en 24 juli 2021 drie bultrugzalmen (Oncorhynchus gorbuscha) gevangen. Een van deze vissen zwom in de zalmsteken (een soort fuik) die onderzoeksbureau ATKB gebruikt, om voor Rijkswaterstaat salmoniden te vangen en deze te voorzien van een NEDAP-zender. De twee andere dieren waren in de fuik van een fuikenvisser terechtgekomen die de bijvangst van trekvissen in de fuikenvisserij registreert. In eerste instantie werd niet opgemerkt dat dit een Pacifische zalm was, aangezien ze in de zeefase veel op zeeforel en Atlantische zalm lijken. Vervolgens was niet duidelijk om wat voor soort Pacifische zalmen het precies ging, maar later bleken dit de eerste vangsten van bultrugzalmen in Nederland ooit.
Tweejarige levenscyclus
De bultrugzalm is de kleinste van alle Pacifische zalmen. Deze soort heeft zijn naam te danken aan de enorme bult op de rug, die vooral de mannetjes ontwikkelen zodra ze de rivieren optrekken om te paaien. Het meest bijzondere is wellicht de strikte tweejarige levenscyclus, waardoor er in een rivier twee van elkaar gescheiden populaties voorkomen met elk een eigen ontwikkeling: één die paait in even jaren en één die paait in oneven jaren. Jonge bultrugzalmen trekken na enkele weken tot maanden al richting zee en keren standaard, na twee groeiseizoenen op zee, terug naar de rivier om te paaien om vrijwel direct daarna te sterven. De bultrugzalm komt steeds meer voor in Europa, met name in het noorden van Scandinavië maar onder andere ook in Ierland en Schotland. Daarnaast is deze soort ook recent in de Oostzee, Groenland en aan de oostkust van Canada waargenomen. Sinds 2017 is er een zeer sterke toename te zien in de oneven jaren, en in de rivieren van Noorwegen komt deze exoot inmiddels al meer voor dan de inheemse Atlantische zalm.
Uitzetting in de jaren vijftig in het noorden van Rusland
De bultrugzalm werd al sinds eind jaren vijftig in het noorden van Rusland uitgezet (Kola-schiereiland), de laatste uitzettingen dateren uit 2001. Dit betekent dat alle bultrugzalmen die sindsdien zijn waargenomen, zijn voortgekomen uit natuurlijke voortplanting die voornamelijk in de oneven jaren zeer succesvol blijkt te zijn. Dat deze soort nu pas in grotere aantallen wordt aangetroffen heeft waarschijnlijk twee oorzaken. 1) Uitzettingen in de periode 1956 tot 1979 zijn gedaan met stammen uit het zuiden van de Zee van Ochotsk (Rusland), terwijl latere uitzettingen in de periode 1985 tot 2001 juist uit het noorden van deze zee kwamen, een gebied met een breedtegraad en klimaatcondities die beter overeenkwamen met die van het Kola-schiereiland en de Witte Zee waar ze zijn uitgezet. 2) Toenemende stijging van de watertemperatuur lijkt ook een belangrijke rol te spelen in deze sterke toename, aangezien hogere temperaturen (zowel in de rivieren als op zee) voor een hogere overleving lijken te zorgen bij juveniele bultrugzalmen.
Concurrentie met de Atlantische zalm
In eerste instantie lijkt de bultrugzalm geen bedreiging te zijn voor de Atlantische zalm. De bultrugzalm paait eerder, waardoor er weinig tot geen overlap in paaiperiode is. Ze gaan minder ver de bovenlopen van rivieren in, waardoor er weinig competitie voor paaiplaatsen lijkt te zijn. Daarnaast migreren juveniele bultrugzalmen vrij snel richting zee, waardoor er waarschijnlijk maar een zeer korte overlap is tijdens de opgroeifase van beide soorten en er bijvoorbeeld niet veel competitie voor voedsel zal zijn. Recent onderzoek heeft ook aangetoond dat de bultrugzalm geen andere parasieten bij zich draagt dan de Atlantische zalm. In Rusland komen deze twee soorten sinds de introductie al langere tijd samen voor in dezelfde rivieren, zonder dat dit grote negatieve gevolgen voor de Atlantische zalm gehad lijkt te hebben.
Getroffen maatregelen
Ondanks dat de bultrugzalm geen bedreiging lijkt te vormen, hebben verschillende landen in Europa wel al maatregelen genomen tegen deze exoot. Zo worden in Noorwegen in de oneven jaren sinds 2017 al op grote schaal bultrugzalmen gevangen en verwijderd uit de rivieren (ordegrootte van honderdduizenden). In Engeland, Schotland en Ierland hebben de overheidsinstanties sportvissers opgeroepen om iedere bultrugzalm die gevangen wordt te rapporteren, en op een humane manier te doden. Aan de andere kant wordt in Rusland geen enkele maatregel genomen, zij concentreren zich meer op de commerciële exploitatie van de soort. Of we ons in Nederland zorgen moeten maken, zal afhangen van de aantallen. Er zijn nog een aantal onzekerheden rond de bedreiging die de bultrugzalm zou kunnen vormen voor de Atlantische zalm. Zolang deze niet zijn opgehelderd, blijft er altijd een kans dat de bultrugzalm voor een nog verdere afname van de Atlantische zalm kan zorgen. Echter, hiervoor zal hij zich eerst succesvol moeten voortplanten door het rivierengebied op te trekken om mogelijke paaigronden in Duitsland, Frankrijk of België te bereiken. De bultrugzalm is echter tot nog toe niet gesignaleerd in de deze rivieren.
Vooruitblik; intrekgedrag grotere trekvissen bestuderen
Rijkswaterstaat wil graag inzicht krijgen in wat het effect is van de uitvoering van het ‘Kierbesluit’ op trekvissen; zout water wordt door de Haringvlietsluizen binnengelaten om de intrek van trekvissen te bevorderen. Daarvoor zijn inmiddels verschillende projecten gestart waarbij trekvissen worden gezenderd. Bij één van deze projecten zal een promovendus voor vier jaar aangesteld worden die het intrekgedrag van grotere trekvissen zoals salmoniden, noordzeehouting en zeeprik gaat volgen met zenderonderzoek. Lukt het deze vissen om succesvol door te trekken en de paaigronden te bereiken? En welke factoren, zoals bijvoorbeeld zoet-zoutgradiënten, stromingen en de manier van ‘kieren’ bepalen dit succes? Daarnaast worden fuikenvissers gevraagd om gedurende deze periode de bijvangst van trekvissen te registreren, en van iedere trekvis een foto te maken zodat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een gedetailleerd beeld krijgt van de soorten en de hoeveelheid bijgevangen trekvissen. Bovenstaande onderzoeken worden uitgevoerd door Wageningen Marine Research en Wageningen Universiteit, in samenwerking met onder andere ATKB. Als de opmars van de bultrugzalm zich voortzet en in 2023 weer in de netten van het onderzoeksprogramma zwemt, zullen deze ook gezenderd worden om te zien of, en hoe ver, deze soort de rivieren optrekt.
Tekst: Jacco van Rijssel, Erwin Winter & Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research en Tim Vriese, ATKB
Foto's: Shutterstock (leadfoto: bultrugzalm); Jeroen Wyatt
Kaart: NINA, Wageningen Marine Research