Naar een kleurige toekomst voor de sleedoornpage in Zwolle
De VlinderstichtingDe sleedoornpage heeft een heel beperkte verspreiding in ons land. Terwijl overal sleedoorn groeit, vinden we de sleedoornpage vooral in de overgang van zandgronden naar rivierklei of veen, langs de rand van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug bijvoorbeeld. Tegenwoordig zitten de meeste populaties in bebouwd gebied, in steden en dorpen. Zoals de naam al verklapt is sleedoorn de belangrijkste waardplant, waarop de rupsen kunnen overleven. De eitjes worden in de nazomer afgezet aan de buitenzijde van sleedoornstruwelen. De eitjes blijven daar zitten en overwinteren dus op de takken van sleedoorn. Pas als in het voorjaar, na de opvallende witte bloei, de groene blaadjes tevoorschijn komen, kruipt de rups uit het ei en begint aan het lekkere malse verse blad. De voorkeur gaat uit naar mooie jonge takken. In het buitengebied zie je vaak verouderd sleedoornstruweel, maar in het stedelijk gebied wordt de sleedoorn regelmatig gesnoeid en daardoor hebben ze meer geschikte jonge takken. Maar dat is tegelijkertijd een bedreiging, want bij het snoeien, dat bijna altijd in de winter gebeurt, worden ook de eitjes verwijderd.
Dit dilemma kan alleen worden opgelost door gefaseerd te werken. Dus wel snoeien, want dat verbetert het leefgebied voor de sleedoornpage, maar altijd in delen. Als je een derde van de sleedoorn op een bepaalde plek snoeit, en twee en vier jaar later een ander derde deel, heb je ‘the best of both worlds’. Nog veel mooier is het als er vlinderliefhebbers zijn die, voordat er gesnoeid gaat worden, de struiken onderzoeken op de aanwezigheid van eitjes. Ze kunnen dan aangeven op welke delen de minste eitjes zitten en waar dus de minste schade optreedt voor de sleedoornpage. Eventueel kunnen ze ook eitjes weghalen op plekken waar gesnoeid gaat worden en die op overblijvende struiken ‘enten’, hoewel de slagingskans daarvan niet vaststaat. Met al deze kennis en de andere eisen die de sleedoornpage aan haar leefomgeving stelt, zijn ze in Zwolle aan de gang gegaan om een goed beheerplan op te stellen. De ROVA nam op verzoek van de gemeente het voortouw, want zij zullen het beheer ook uit gaan voeren. Er was nauw overleg met de vrijwilligers van de insectenwerkgroep Zwolle, die al jarenlang de sleedoornpage in de gaten houdt, en met De Vlinderstichting. Uitgangspunt is het gefaseerde werken dat hierboven werd beschreven. Per vliegplaats in Zwolle is nauwkeurig in kaart gebracht wat er nu is en welke inrichting en welk beheer hierbij het beste past voor de sleedoornpage, maar natuurlijk ook voor andere (natuur)waarden.
De enthousiaste leden van de insectenwerkgroep zullen bij blijven houden hoe het met de sleedoornpage in Zwolle gaat en als het goed is zullen ze vanaf nu meer eitjes vinden en meer vlinders zien dan in het verleden. Het beheerplan Sleedoornpage Gemeente Zwolle is een gedegen rapport met hele concrete beheervoorstellen per locatie. Het is een prachtig voorbeeld voor andere gemeenten waar de sleedoornpage voorkomt.
Kijk voor meer informatie hier op de website van de gemeente Zwolle.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF