Ottermonitoring: minder verkeersslachtoffers dan verwacht
Wageningen Environmental Research, WOT Natuur & MilieuJaarlijks wordt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Nederlandse otterpopulatie genetisch gemonitord. Doel hiervan is zicht houden op de genetische variatie van de populatie en het in kaart brengen van de infrastructurele knelpunten die leiden tot een hoge verkeerssterfte onder otters. De monitoring vindt plaats door met behulp van derden (onder andere beheerders en vrijwillige otterspeurders) dood gevonden otters te melden, registreren en borgen voor nader onderzoek. Van alle geborgen doodvondsten wordt een DNA-monster afgenomen en wordt het DNA-profiel vastgesteld.
Populatie heeft zich succesvol uitgebreid
Sinds de start van de herintroductie in 2002 heeft de otterpopulatie zich de afgelopen twee decennia succesvol uitgebreid. Inmiddels is de status bereikt van een levensvatbare populatie. Daarbij is een deel van het historische verspreidingsgebied, met name in Noord-Nederland, weer bezet. Daarom is met ingang van 2020 besloten om de genetische monitoring in afgeslankte vorm door te zetten.
Jaarlijks sneuvelt 25 procent in verkeer
Naar schatting komt jaarlijks 25 procent van de otterpopulatie om door aanrijdingen. In 2020 waren er in totaal 166 geverifieerde meldingen van dode otters, ruim 87 procent hiervan was verkeersslachtoffer. Opvallend was dat de groei van het aantal verkeersslachtoffers beduidend minder groot was dan in voorgaande jaren. De meest waarschijnlijke verklaring is een lagere verkeersdruk als gevolg van coronamaatregelen. Met name in de herfst en wintermaanden van 2020 trad minder sterfte op in vergelijking met het voorgaande jaar. Deze lagere verkeerssterfte zette zich voort tot en met juli 2021. In plaats van een groei van 23 procent in de periode oktober tot juli, zoals in het voorgaande jaar, trad in de periode oktober 2020 tot juli 2021 een afname in het aantal verkeersslachtoffers op van 26 procent.
Meeste verkeersslachtoffers in Friesland
De meeste verkeersslachtoffers vielen in de provincie Friesland, gevolgd door Overijssel. Per provincie is gekeken waar de meeste slachtoffers zijn gevallen. Dit levert een lijst op van ruim veertig (nieuwe) knelpunten. Op deze locaties zijn op korte termijn mitigerende maatregelen wenselijk om de hoge verkeerssterfte terug te dringen en verdere verspreiding van otters naar geschikte en nog niet bezette leefgebieden mogelijk te maken.
Waterwerken veroorzaken niet veel verkeerssterfte
Dit jaar is ook gekeken naar waterwerken in de vorm van gemalen, stuwen en sluizen en de mate waarin hun barrièrewerking leidt tot verkeerssterfte. Naar alle waarschijnlijkheid sneuvelt niet meer dan 4 procent van het jaarlijkse aantal verkeersslachtoffers in de buurt van waterwerken (afstand tot 250 meter).
Genetische variatie is stabiel
Op basis van de aangetroffen DNA-profielen in doodvondsten kon worden geconcludeerd dat de totale genetische variatie binnen de Nederlandse otterpopulatie redelijk stabiel is. Er zijn geen signalen voor een afnemende trend in genetische variatie, waardoor de kans op negatieve gevolgen van inteelt beperkt blijft.
Meer informatie
Tekst: WOT Natuur & Milieu
Foto: Hugh Jansman