Stoepplantje van de week: hertshoornweegbree
Hortus botanicus LeidenGrappige waarneming van onze educatiecollega Thal: er groeide hertshoornweegbree precies op de vier hoeken van een brug. Het kan niet missen: waar de gemeente zout strooit, verschijnt deze weegbree. Ikzelf denk bij de naam hertshoornweegbree altijd meteen aan de hertshoornvaren, een plant die ik al jaren in de woonkamer heb. Ze zijn natuurlijk niet verwant aan elkaar, maar van beide planten lijkt het diep ingesneden blad op het gewei van een hert.
De stoepplantjes van de afgelopen weken waren behoorlijk lastig te herkennen. Moeilijk op naam te brengen grasjes met hun netvliestergende minibloemen, de vrolijke gele zonnetjes van het biggenkruid die zo lijken op de even vrolijke gele zonnetjes van allerlei andere composieten. Misschien had u al best zin om mee te doen met het citizen science-onderzoek naar stoepplantjes, maar ja - als je het niet zeker weet, ga je geen planten melden. Heel fijn: hertshoornweegbree (Plantago coronopus) is eenvoudig te herkennen. Er is niets wat er ook maar een beetje op lijkt, behalve misschien de kamerplant die ik al noemde. Een snelle blik is dus al voldoende voor herkenning. Heeft u zin om nog iets beter te kijken, dan ziet u details als de beharing en misschien de bruinrode helmknopjes van de meeldraden.
Heeft u eenmaal een hertshoornweegbree ontdekt, dan ziet u ze vermoedelijk op veel plekken. De plantjes beginnen als een platte pannenkoek tussen de voegen van de stoeptegels - met een penwortel de diepte in. Nu, in oktober, zie je overal de omhoog buigende bloeiaren; soms nog geel van de meeldraden, vaak bruin en beladen met de zaadjes. Die kleverige zaadjes reizen met wandelaars mee en ontkiemen op een volgend plekje waar gepekeld is. Als u de veroveringsdrang van de hertshoornweegbree wilt volgen, is de Floron verspreidingsatlas een aanrader. Naast het kaartje van Nederland staat een schuifje, waarmee u door de tijd reist. In 1825 is in één blokje van één bij één kilometer hertshoornweegbree gezien, nu is hij vrijwel overal in Nederland aanwezig.
Pekeladventieven, zo worden de planten genoemd die dankzij het strooizout nieuwe groeiplaatsen vinden. Ze schaden andere planten niet, maar kunnen overleven op plekken waar dat voor veel planten door de hoge zoutconcentratie niet mogelijk is. De naam hertshoornweegbree verklaarde ik al: het blad is gevormd als een hertengewei. Al zien anderen er een kraaienpoot in: het woord ‘coronopus’ in de wetenschappelijke naam betekent kraaienpoot. De naam in het Duits is ‘Kraehenfuß’, de letterlijke vertaling van coronopus uit het Latijn. Maar ook daar wordt de soort wel ‘Hirschhorn Wegerich’ genoemd. In het al genoemde kruidenboek van Dodoens uit 1554 is een mooie houtsnede opgenomen. Alweer een groente leverend stoepplantje: hertshoornweegbree werd gegeten en als geneeskruid gebruikt. De smaak is een beetje pittig, de plant slaat zout op in het blad. De stoep is geen geschikte plek om hertshoornweegbree te oogsten, maar wilt u deze wintergroene ‘vergeten groente’ eens proberen, zaai hem dan in eigen tuin. De website van De Tuinen van MergenMetz laat de houtsnede uit het kruidenboek zien, geeft uitleg hoe de plant verwerkt kan worden en doet suggesties voor een recept.
Zie je hertshoornweegbree? Geef het door voor het citizen science-onderzoek stoepplantjes.
Tekst: Paul Keßler, Hortus botanicus Leiden
Foto's: Hanneke Jelles; KU Leuven; André Biemans; Nathalie Tirion