Het vlinderseizoen is nog niet voorbij
De VlinderstichtingAllereerst natuurlijk de rouwmantel, waarvan er inmiddels al honderden zijn gezien. De invasie is nog niet afgelopen. De meeste waarnemingen komen uit het noorden en van langs de kust, maar ook in Noord-Brabant en Noord-Limburg zijn ze gezien. Deze grote en opvallende vlinder kan werkelijk overal worden aangetroffen, maar vooral in halfopen landschap met wat bomen en struiken, en natuurlijk in tuinen. De rouwmantel is een zwerver, maar ook de echte trekvlinders kunnen we de komende weken nog volop te zien krijgen. De atalanta en de distelvlinder zijn de meest algemene. Ook een trekvlinder, maar dan een dagactieve nachtvlinder, is de gamma-uil. Ook deze is in september in grote aantallen te zien. Je komt ze overal tegen waar bloeiende planten staan. Ze gaan zelden zitten, maar fladderen voor de bloemen om de nectar eruit te zuigen. Datzelfde geldt voor de kolibrievlinder, die daar haar naam aan te danken heeft. Ook dit is een trekvlinder en dit jaar worden ze heel regelmatig gemeld, maar een topjaar lijkt het niet te worden.
Ook een aantal standvlinders kun je juist in de nazomer veel te zien krijgen. De kleine vuurvlinder heeft drie generaties per jaar en vaak is de derde generatie, die nu zo’n beetje tevoorschijn komt de grootste. De kleine vuurvlinder is een graslandvlinder die je moet zoeken in bloemrijke situaties. Bermen en groenstroken zijn prima leefgebied. Voor deze generatie is wel het gebrek aan bloeiende planten lastig. Je kunt ze dan ook het beste zoeken op plekken waar nog wel nectar te halen is, bijvoorbeeld op boerenwormkruid of jakobskruiskruid die nog lang in bloei zijn. Ook bermen en dijken die in juli gemaaid zijn, hebben nu soms nabloei en de weer opnieuw in bloei komende klaversoorten en knoopkruid bijvoorbeeld worden dankbaar gebruikt. Op die bloemrijke plekken kun je ook icarusblauwtje en bruin blauwtje nog te zien krijgen. Een andere vlinder die we nu te zien krijgen is het landkaartje, maar dan moet je meer in de buurt van bomen en struiken zoeken. Vroeger had deze twee generaties per jaar, waarvan de laatste vlinders in augustus vlogen, maar door de klimaatverandering is er nu elk jaar een derde generatie die tot in oktober te zien is. Door de vochtige zomer stonden de brandnetels, waar de rupsen van leven, er goed bij en het lijkt dan ook een prima nazomer te worden voor deze bosrandvlinder.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: kleine vuurvlinders op boerenwormkruid)