Uitvoeren van een sectie op een overleden bruinvis (eenmalig exclusief gebruik WUR)

Bruinviskalfjes krijgen giftige PCB’s via moeders overgedragen

Universiteit Utrecht, Wageningen Marine Research
26-JUL-2021 - De helft van de gestrande bruinviskalfjes langs de Nederlandse kust kampt met een te hoog gehalte aan Polychloorbifenylen (PCB’s). PCB’s worden van moeder naar kalf overgedragen via de placenta en de moedermelk. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Marine Research, Universiteit Utrecht en het Galway-Mayo Institute of Technology naar op de Nederlandse kust aangespoelde bruinvissen in 2006-2019.

De in het wetenschappelijk tijdschrift ‘Science of the Total Environment’ gepubliceerde resultaten laten zien dat de PCB-vervuiling van decennia geleden nog steeds kan leiden tot potentiële gezondheidsrisico’s bij bruinvissen in de Noordzee. Deze kennis is van belang voor een goed beheer van de bruinvispopulatie.

Vergelijking met wetenschappelijke gezondheidsnorm

De gemeten PCB-gehalten in de bruinvismonsters zijn vergeleken met een internationaal vastgestelde wetenschappelijke gezondheidsnorm voor PCB’s in zeezoogdieren. Bij gehalten boven deze norm kunnen schadelijke effecten van de PCB’s niet worden uitgesloten, bijvoorbeeld een verminderde afweer tegen infecties en problemen bij de voortplanting. Van alle onderzochte dieren in deze studie had bijna veertig procent PCB-gehalten boven de gezondheidsnorm. Ongeveer de helft van de pasgeboren kalfjes en jonge bruinvissen, meer dan negentig procent van de volwassen mannetjes en zo’n tien procent van de volwassen vrouwtjes, overschreden deze PCB-norm. Een eenduidige relatie met de doodsoorzaak kon op basis van het onderzoek niet worden vastgesteld, al waren de zes bruinvissen met de hoogste PCB-gehalten allemaal gestorven aan een infectieziekte of algehele verzwakking.

Eerste PCB’s ontvangen via de placenta

Nog ongeboren bruinvissen krijgen hun eerste PCB’s van hun moeder binnen via de placenta. De gehalten in de placenta zijn ongeveer even hoog als die in het spek van de foetus. Na de geboorte drinken pasgeboren kalfjes ongeveer tien maanden melk, met een vetpercentage tot wel vijftig procent. PCB’s zijn oplosbaar in vet en worden zo heel gemakkelijk via de melk overgedragen van moeder op kalfje. “De PCB-gehalten in de melk van sterk vermagerde moeders zijn hoger dan die in de melk van moeders met een dikke speklaag. Dat komt omdat bij de verbranding van vet in het dier de PCB’s weer vrijkomen, en vervolgens overgedragen kunnen worden. Zo worden ze van de ene generatie doorgegeven aan de volgende”, vertelt onderzoeker Martine van den Heuvel-Greve van Wageningen Marine Research.

Gestrande bruinvis

Hoogste PCB-gehalten aangetroffen in volwassen mannetjes

Lonneke IJsseldijk, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht vult aan: “Na twee tot drie maanden gaan jonge bruinvissen naast melk ook vast voedsel eten. Dat bestaat vooral uit grondels, een kleine maar talrijke vissoort langs de kust. Vast voedsel laat gehalten verder toenemen, omdat PCB’s uit hun prooidieren ophopen in de bruinvissen. Dat komt omdat bruinvissen PCB’s heel slecht kunnen afbreken en uitscheiden. PCB’s hopen vooral op in hun spekweefsel.” De hoogste PCB-gehalten zijn aangetroffen in volwassen mannetjes, die in tegenstelling tot volwassen vrouwtjes geen PCB’s via moedermelk kunnen uitscheiden. Gehalten in volwassen vrouwtjes zijn daarom veel lager.

PCB’s vooral nog in zachte waterbodems te vinden

PCB’s zijn door de mens gemaakte chemische stoffen die in de vorige eeuw vooral zijn gebruikt in de industrie, bijvoorbeeld als smeermiddel, koelvloeistof en hydraulische vloeistof. Sinds 1985 is het in Nederland niet meer toegestaan om deze stoffen te produceren of te gebruiken. PCB’s breken heel slecht af in het milieu en zijn daarom nog in aanzienlijke gehalten te vinden, met name in zachte waterbodems. Mogelijk bevatten oude apparaten en afvalbergen nog restanten aan PCB’s, die naar het milieu kunnen lekken. Eenmaal opgenomen door planten en dieren, hopen PCB’s op en nemen gehalten toe in elke stap van prooi naar predator.

Strandingsonderzoek

Uitvoeren van een sectie op een overleden bruinvisSinds het begin van de 21e eeuw stranden jaarlijks honderden bruinvissen op de Nederlandse kust. De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht voert secties uit op een deel van deze aangespoelde dieren, om de doodsoorzaak te bepalen. Ook stellen de onderzoekers weefsel van deze dieren veilig voor chemische analyses. In onder meer spek- en levermonsters meet Wageningen Marine Research de gehalten van verschillende soorten vervuilende stoffen zoals PCB’s. Wageningen Marine Research voert tevens onderzoek uit naar het dieet van bruinvissen, en realiseert de tellingen van het aantal bruinvissen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Al dit onderzoek wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

 

Meer informatie

Tekst: Martine van den Heuvel-Greve en Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research & Lonneke IJsseldijk, Universiteit Utrecht
Foto's: Universiteit Utrecht; Lonneke IJsseldijk