Unieke beelden klussende dikbekbehangersbij
EIS Kenniscentrum InsectenOp 29 juni zag Gert Huijzers tijdens het vlinderen in Willinks Weust Heksenbos in Winterswijk uit zijn ooghoeken enkele malen een behangersbij passeren en tussen de planten verdwijnen. De betreffende behangersbij leek neer te strijken op een circa twee meter hoge kale jonker. Na op de knieën te zijn gegaan, bleek ze met een blaadje een gaatje in de stengel in te gaan. Het gaatje zat op ongeveer 75 centimeter hoogte, met een distelblad als bescherming en afdakje. Na hooguit vijf minuten werd het nest weer werd verlaten, om dan na maximaal tien minuten weer terug te keren met een nieuw 'behangetje'. Dit herhaalde zich diverse keren, zodat er genoeg mogelijkheden waren voor het maken van foto’s.
Geplaatst op Waarneming.nl werden de foto’s opgemerkt door Martijn Kos, die het sterke vermoeden had dat het gezien de nestelplek en de op de foto’s zichtbare kenmerken om de zeer zeldzame dikbekbehangersbij (Megachile genalis) ging. Voor de definitieve determinatie was echter een foto met zicht op de kaakbasis nodig en deze ontbrak nog in de door Gert gemaakte fotoreeks. Gert gaf de moed niet op en op 2 juli, de laatste dag van zijn vakantie in de Achterhoek, was het weer zodanig verbeterd dat hij een poging waagde. Kwart over zeven bleek te vroeg, maar om kwart over acht brak de zon door en deed hij een nieuwe poging. Ook nu leek er in eerste instantie nog geen teken van leven bij het nest te zijn, maar bij nog een keer kijken keek er een kopje uit het gaatje. Het ontwaken duurde lang genoeg om de benodigde foto’s te maken, waaruit bleek dat het inderdaad om de dikbekbehangersbij ging.
Deze behangersbij is pas in 1992 voor het eerst in Nederland aangetroffen en was tot nu toe alleen bekend van enkele vondsten in Limburg. De vondst in Gelderland is dus de eerste buiten Limburg. De soort bereikt in Nederland de noordrand van zijn verspreidingsgebied; waarschijnlijk zijn de recente vondsten in Nederland het gevolg van de opwarming van het klimaat. Een nest was in Nederland nog niet eerder gevonden. De dikbekbehangersbij behangt niet alleen, maar is een echte doe-het-zelver, die zelf de nestgangen knaagt in merghoudende stengels van levende planten zoals kale jonker, gewone engelwortel en ui. Andere behangersbijen gebruiken bijna altijd bestaande holtes zoals kevergangen in dood hout. De dikbekbehangersbij dankt zijn naam aan de verdikte kaakbasis, die waarschijnlijk verband houdt met extra kaakspieren als aanpassing voor het knagen van de nestgangen. Door dit kenmerk is de soort ook goed te onderscheiden van andere soorten behangersbijen.
Tekst: Gert Huijzers en Martijn Kos, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto's: Gert Huijzers