Fragiele inktzwammen vaak lastig te determineren
Nederlandse Mycologische VerenigingHet op zoek gaan naar en determineren van inktzwammen
Veel inktzwamsoorten zijn maar een kort leven beschoren. Ze zijn dunvlezig en ontwikkelen zich snel. Daarna zijn ze even snel weer verdwenen. Zware regenval of felle zonneschijn is bij deze paddenstoeltjes te veel van het goede. Je zou eigenlijk vroeg in de morgen op zoek moeten gaan voor de eerste zonnenstralen zich aandienen. Inktzwammen kunnen, vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling, fantastisch mooi zijn. Helaas is het mooie er bij veel soorten er al na een paar uur vanaf, bij de kleinere en fragielere soorten soms nog sneller. Zonlicht doet de meest fragiele inktzwammen snel verschrompelen, en daar zijn er veel van. Sommige soorten gunnen je nauwelijks de tijd voor een fatsoenlijk microscopisch onderzoek elders. Thuis aangekomen resteert te vaak slechts een ondefinieerbaar hoopje smurrie in plaats van een interessant inktzwammetje. Vind je een onbekend inktzwammetje, neem dan eerst foto's. Er komen in Nederland circa 125 soorten inktzwammen voor. Er komen gelukkig ook soorten voor die je wel een paar uur respijt geven voor onderzoek thuis. Voordeel is dat je je tijdens een paddenstoelenexcursie niet direct hoeft te excuseren voor het noodzakelijke microscopisch onderzoek thuis. Juist door de vergankelijkheid van inktzwammetjes is er van een onbekend aantal soorten maar weinig of niets bekend. Er zijn mycologen die er een specialisatie van hebben gemaakt om zo snel mogelijk inktzwammetjes te determineren.
De Kapjesinktzwam
De Kapjesinktzwam (Coprinopsis strossmayeri) werd in 1996 voor het eerst in Nederland gevonden door inktzwammenspecialist Kees Uljé in het kasteelpark Nijenrode bij Breukelen. De Kapjesinktzwam wordt altijd met meerdere exemplaren bij elkaar aangetroffen. Vaak is dat op min of meer gecultiveerde plaatsen, zoals in parken en plantsoenen op houten spaanders en snippers en liggende stammen (Amstelveen). Ook groeit de soort wel op ondergronds wortelhout, zoals deze betreffende vondst. De Kapjesinktzwam werd vorige week in Enkhuizen gevonden door Wil Stelling. De groeiplaats bevond zich vlak langs een wandelpad aan de rand van het Wilhelminaplantsoen. Hier stonden drie groepjes Kapjesinktzwammen zo'n zeventig centimeter uit elkaar, op een plek waar nog niet zolang geleden een Iep (Ulmus) had gestaan.
Deze moest worden gekapt vanwege de iepziekte. Op het moment van de vondst waren de Kapjesinktzwammen op z'n mooist. De Kapjesinktzwam is eigenlijk met geen andere soort te verwisselen. Ze lijken wel wat op een vertegenwoordiger van de Viltinktzwammen (subsect Domestici) maar zijn hier duidelijk van te onderscheiden. De viltige plakjes op de hoed zijn duidelijk groter dan de vlokkige plakjes van viltinktzwammen en ook steviger, dikker. Microscopisch verschilt het velum (vlies) van de Kapjesinktzwam door de grillige cellen waaruit deze is opgebouwd (diverticulaat). Het velum van de viltinktzwammen kenmerkt zich door de regelmatige kettingvormige en langwerpige, ronde cellen. Hoewel Kapjesinktzwammen in Nederland vooral de laatste jaren in toenemende mate worden gevonden, gelden ze internationaal gezien nog steeds als een bijzonderheid. De soort komt alleen voor in Europa.
De Aardgeurinktzwam
De Aardgeurinktzwam (Coprinopsis semitalis) werd op 28 juni door ondergetekende in de duinen langs de Woudweg in Bergen (NH) aangetroffen. De locatie is min of meer dezelfde als van een vondst uit 1999. Opvallend was het grote aantal Bijenorchissen die hier in eerste instantie de aandacht trok. De Aardgeurinktzwam is een bodembewonende saprotroof van voedselarme plaatsen. Deze landelijke zeldzaamheid werd vorig jaar op 17 november ook op vier verschillende locaties in het Zwanenwater (NH) aangetroffen. Waarschijnlijk komt dit niet erg opvallende inktzwammetje meer voor in de voedselarme grijze duinen dan het verspreidingskaartje aangeeft. Gelet moet worden op de geur van dit inktzwammetje. Een bedwelmende geur (narcotisch) verwijst naar andere aanverwante soorten. De aardgeur van dit inktzwammetje is kenmerkend, maar niet voor iedereen altijd duidelijk. Microscoopbezitters kunnen beter kiezen voor een microscopische controle vanwege de kenmerkende unieke sporen. Verse Aardgeurinktzwammetjes kunnen tot circa twee uur na de vondst worden bewaard. Aan de gladde slanke sporen van circa 10 X 5 micrometer en het brede myxosporium (doorzichtige laagje om de sporen, zie foto) is de Aardgeurinktzwam direct te herkennen.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Wil stelling (leadfoto: kapjesinktzwam); Martijn Oud