“Het lijkt intussen meer een steppelandschap dan een heidegebied”
Provincie Noord-BrabantThea Noordijk en Frans van Hoof zijn er duidelijk in: bij de Landschotse Heide speelt zich een drama af. “De verdroging is er de afgelopen jaren zo dramatisch zichtbaar geworden, dat er heel dringend iets moet gebeuren om onze vennen nat te houden,” zeggen ze. Thea is voorzitter van de Werkgroep Natuur en Landschap Oost-, West- en Middelbeers en omgeving, die eind vorige eeuw is opgericht om de natuur tussen de Groote Beerze en de Kleine Beerze te beleven en te helpen waar nodig. Frans van Hoof is als autochtone Beerzenaar hun wandelende bibliotheek en ondersteuner. Zij maken zich grote zorgen over het gebied, dat als hoger gelegen zandgrond direct de gevolgen van de klimaatverandering ondervindt.
Vergeten gebied
“We hebben alle betrokken partijen aangeschreven, dus het Waterschap De Dommel, de provincie Noord-Brabant, het Brabants Landschap en de gemeenten Oirschot en Eersel, waarbinnen het gebied ligt. We hebben aangegeven dat we nooit meer lepelaars, zwarte ooievaars of zilverreigers zien. Alleen een meer gangbare soort als de blauwe reiger vliegt nog wel eens over,” zeggen ze treurig. Dus besloot de werkgroep dat er iets moest gebeuren. “Wij denken dat de Landschotse Heide een beetje een vergeten gebied is. Dat wilden we veranderen. We willen aandacht voor de gevolgen van de breuklijn in de ondergrond, die zorgt dat de waterstromen ondergronds niet doorlopen. We willen ook dat de landbouw minder water oppompt voor zijn gewassen en we willen weten of de activiteiten van het drinkwaterbedrijf invloed hebben op de waterstand van de Landschotse Heide. En natuurlijk wat daar dan aan gedaan kan worden.”
Erkenning van de droogte
De aangeschreven instanties hebben een gezamenlijk antwoord geschreven. “Wij herkennen uw analyse van de ecologische effecten als gevolg van de verdroging van dit gebied en dat door de recente droge jaren de ecohydrologische omstandigheden verder zijn verslechterd,” schrijven ze in hun antwoord. Thea en Frans zijn blij met deze erkenning. “Het betekent dat onze zorgen worden gedeeld. Dat stelt gerust. Er worden ook onderzoeken en maatregelen aangekondigd. Zo zal er gekeken worden naar de aanwezige beregeningsputten. Er is ook geld aangevraagd om maatregelen op korte termijn te kunnen uitvoeren. We hopen maar dat dat snel kan gebeuren, want in het verleden zijn er vaker plannen geweest, die vanwege landelijk beleid niet doorgingen. Mede daardoor is de huidige situatie ontstaan. Ook dat was een beweegreden voor onze brief.”
Naaldbomen en de letterzetter
Intussen organiseert de werkgroep ook al een en ander. Thea: ”We organiseren regelmatig activiteiten voor onze leden die informatief en belevend zijn. Zo gaan we soms met groepen de massaal opkomende vliegdennen in het gebied uittrekken. Vliegdennen zijn pioniers die we niet teveel in ons heidegebied willen hebben. De andere soorten naaldbomen hebben het juist heel moeilijk in het steeds droger wordende gebied. Zij missen het zelfbeschermingsmechanisme van loofbomen, die hun vruchten en bladeren vroegtijdig afwerpen als bescherming tegen teveel verdamping. Daarom zijn naaldbomen veel kwetsbaarder. Door gebrek aan water zijn ze uiteindelijk ook niet meer opgewassen tegen de uit Duitsland oprukkende kever de letterzetter.”
Hoosbuien helpen niet
Frans vult aan: “Vroeger had je laarzen nodig om droog door het gebied te kunnen lopen. Nu staan de vennen een groot gedeelte van het jaar droog. Vissen zijn er al lang niet meer, ook de kikkers zijn verdwenen. Natte voeten krijg je ook niet. De regens zijn in ons veranderende klimaat anders verdeeld dan vroeger. Je hebt grote hoosbuien en langere periodes zonder regen. Zandgronden kunnen nou eenmaal niet efficiënt omgaan met deze andere manier. Bij hoosbuien zakt het water meteen weg en verdwijnt uit het gebied. In periodes van droogte, droogt alles uit. Toen vorig jaar in de natte maand juni één van de vennen zich weer langzaam vulde met water, waren we echt blij. Maar met de opvolgende droogte, was het water snel weer weg. Het heeft tot afgelopen maart geduurd vóór er weer water in het ven stond. Dat is rampzalig.”
Concrete acties
De instanties die nu hebben beloofd hun schouders onder het behoud van de Landschotse Heide te zullen zetten, gaan voortvarend aan de slag. Ze eindigen hun brief met een belofte: “Als gezamenlijke partijen (…) willen we benadrukken dat we genoemde punten omzetten in concrete acties, zodat we binnen onze mogelijkheden helpen om de droogteproblematiek in een veranderend klimaat te lijf te gaan.” Thea Noordijk en Frans van Hoof kunnen niet wachten om ze daarmee te helpen.
Tekst: Annelies Cuijpers, provincie Noord-Brabant
Foto's: Margot van Heugten (leadfoto: drooggevallen Keijenhurkven); Jan den Otter