Hamerhoofdlandplatworm

Veel meelifters bij import van uitheemse sierplanten

FLORON, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Radboud Universiteit
15-FEB-2021 - Met de import van sierplanten liften onbedoeld ook uitheemse planten, dieren en andere organismen mee. Een aantal daarvan vestigt zich in ons land. Hoe vaak komt dit voor en is dat een probleem voor de natuur?

Uitheemse sierplanten kunnen verwilderen en hebben soms schadelijke effecten op de natuur. Met de invoer van deze planten worden onbedoeld ook andere soorten in ons land geïntroduceerd. Dit blijkt uit het rapport van de Radboud Universiteit en FLORON, dat in opdracht van bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) van de NVWA is gemaakt. BuRO heeft dit rapport gebruikt in het advies over de risico’s van de sierteeltketen, dat recent is verschenen.

Meeliftende plant bij geïmporteerde bonsai

Aantal onbedoeld geïmporteerde exoten

Met de import en invoer van planten kunnen exoten meeliften die (potentieel) schadelijk zijn voor onze inheemse flora en fauna. Dit kunnen planten (onkruiden), insecten, mijten, slakken, enzovoort zijn. Meeliftende organismen worden vooral geïntroduceerd met import van potplanten, opkweekmateriaal en zaaigoed. In een natuurbericht uit 2011 werd ook al gewezen op meelifters met potplanten uit Zuid-Europa. Eenmaal in Nederland kunnen de meelifters door natuurlijke verspreiding in de natuur komen.

Er zijn in Nederland 658 uitheemse soorten in het wild waargenomen waarvan bekend is dat ze onbedoeld kunnen worden geïmporteerd via de sierteeltketen. Hiervan hebben 115 soorten zich gevestigd in Nederland. Ruim een derde van de verstekelingen is een plant, de overige gevestigde meelifters zijn dieren.

Verdeling van de 115 gevestigde meelifters over de diverse soortgroepen

Effecten

Voor 95 van deze 115 soorten is de invasiviteit bekend. Ongeveer 41 hiervan (40 procent) staan op lijsten met risicovolle soorten en zijn (potentieel) invasief. Naast effecten op de biodiversiteit kunnen sommige meelifters ook een negatief effect hebben op de gezondheid van mensen en overlast veroorzaken.

Biodiversiteit

Voorbeelden van organismen die meest waarschijnlijk via de sierteeltketen in Nederland zijn geïntroduceerd en een effect hebben op de biodiversiteit, zijn de Spaanse wegslak (Arion lusitanicus) en de Argentijnse mier (Linepithema humile).

De Spaanse wegslak wordt aangemerkt als potentiële invasieve exoot vanwege de snelle verspreiding en de potentiële impact op de inheemse gewone wegslak (Arion rufus). De Argentijnse mier verdringt andere mierensoorten, zoals de inheemse wegmier (Lasius niger). Doordat de Argentijnse mier minder goed plantenzaden verspreidt dan inheemse mieren, vormt de Argentijnse mier indirect ook een bedreiging voor de flora.

Aziatische tijgermug

Ook landplatwormen kunnen meeliften met potplanten. Een voorbeeld van een invasieve landplatworm die met potplanten kan meeliften, maar zich nog niet gevestigd heeft in Nederland, is de Nieuw-Zeelandse landplatworm (Arthurdendyus triangulatus). Deze platworm voedt zich met regenwormen, die daardoor kunnen verdwijnen. Omdat regenwormen een belangrijke voedselbron zijn voor diverse dieren, heeft dit invloed op de biodiversiteit. Een ander voorbeeld is de hamerhoofdlandplatworm. Deze soort eet ook regenwormen en is in Nederland waargenomen in kassen.

Gezondheid

De Aziatische tijgermug (Aedes albopictus) lift mee in het transportwater van de plant Lucky Bamboo (Dracaena sanderiana) maar ook met banden voor recycling. Dit is een incidentele exoot, die in Nederland alleen in warme perioden wordt waargenomen, maar geen gevestigde populaties heeft. De tijgermug kan infectieziekten overdragen op mensen en wordt daarom bestreden door de NVWA.

Overlast

De plaagmier (Lasius neglectus) is een voorbeeld van een soort die overlast veroorzaakt in huizen en schade aan bestratingen door graafactiviteiten. Deze mier heeft ook effect op de veiligheid van gebouwen, omdat ze zich binnenshuis kunnen nestelen in wandcontactdozen, waardoor kortsluiting kan ontstaan. Mediterrane draaigatjes (Tapinoma nigerrimum-complex) liften vooral mee met potplanten. Alle bekende populaties zijn in stedelijk gebied en op elke plek komen de mieren massaal voor in tuinen en ook binnenshuis, wat zorgt voor veel overlast (natuurberichten 4 maart 2019 en 29 maart 2020).

Mediterraan draaigatje (Tapinoma nigerrimum)Nieuw-Zeelandse veldkers (Cardamine corymbosa) is één van de kleine veldkerssoorten die zich na 2000 via de sierteelt in Nederland verspreid heeft

Een voorbeeld van een meeliftende plant is de Nieuw-Zeelandse veldkers (Cardamine corymbosa). Dit hardnekkige onkruidje is in 2000 voor het eerst in ons land waargenomen en wordt aangetroffen in tuinen, op begraafplaatsen en in de voegen van tegels en plaveisel.

Aantal meegelifte soorten stijgt

Cumulatief aantal bekende eerste waarnemingen in de natuur van uitheemse soorten die kunnen meeliften in de sierteeltketen. Voor 196 soorten. Voor 462 van de 658 soorten ontbreekt informatie over het jaar van eerste waarneming

Het aantal eerste waarnemingen in het wild van uitheemse soorten, die kunnen meeliften met importen voor de sierteeltketen, stijgt. Een eerste waarneming betekent nog niet dat een soort zich zal vestigen. Bij importen uit gematigde klimaatgebieden is de kans het grootst dat meelifters zich vestigen en invasief worden.

Wat kunt u doen?

Net als de bestrijding van verwilderde sierplanten is ook de bestrijding van gevestigde meegelifte organismen vaak lastig en kostbaar. Voorkomen van introductie is meestal goedkoper dan bestrijding en voorkomt schadelijke effecten. Om introducties van meelifters te voorkomen is het van groot belang dat importeurs, (groot)handel en tuincentra goed inspecteren op soorten die niet thuishoren in de planten en producten die zij aanbieden.

Meer informatie

Tekst: Rob Leuven, Radboud Universiteit; Ruud Beringen en Baudewijn Odé, FLORON; Johan van Valkenburg, NVWA
Foto's: Pierre Gros (leadfoto; hamerhoofdlandplatworm, een soort die kan meeliften met potplanten); Johan van Valkenburg; James Gathany, Centers for Disease Control and prevention; Estalla Ortega; Grada Menting
Figuren: Pieters en anderen