Wijngaardslak in mijn kaartvak?
Stichting ANEMOONDe herfst is een mooie tijd om nog even stevig naar slakken te zoeken. De dichte zomerbegroeiing wordt dunner zodat je wat meer ziet. Veel slakken hebben hun portie slijmerige paringen al lang achter de rug en hun eieren gelegd. Sommige zetten toch nog hier en daar wat eieren af, andere hebben maar één doel: 'me gauw nog even vol-eten voor de winter'. Totdat het later in de herfst écht koud wordt, kunnen we nog steeds slakken zien. Als het kouder wordt kruipen de meerjarige soorten weg onder de grond, onder stenen, takken en op andere verstopplekken. Voor de korter levende soorten eindigt de levenscyclus.
Recordbrekende herfst
Officieel begint de meteorologische herfst op 1 september. De herfst is het seizoen van regen en wind en afnemende temperaturen.
Maar deze herfst is extreem warm. 15 september was de warmste septemberdag ooit gemeten; een officiële tropische dag waarbij de temperatuur in ons land 33,7 graden bereikte (Gilze-Rijen; de hoogste temperatuur ooit in Nederland gemeten zo laat in het jaar).
En ook in november sneuvelde nog een weerrecord. 2 november werd met 19,1 graden Celsius in De Bilt officieel de warmste novemberdag ooit gemeten. Kortom, we hebben een uitzonderlijk warme herfst. Dat zie je ook in de natuur terug. Omdat slakken in een deel van de herfst nog volop actief zijn, is besloten het om de twee jaar te houden slakkengluurproject van Stichting ANEMOON van herfst tot herfst te laten lopen. Zo pikken we nog een beetje mee van het afgelopen jaar. Het gegluur stopt vanzelf als het kouder wordt en de slakken verdwijnen ('koude in herfst is voor slakken het sterfst').
Late start, slakkentempo
Vanwege de Corona-crisis hadden we eigenlijk besloten dit jaar over te slaan. Maar toch, al zitten we al lang en breed in de herfst, het gluurbloed bleef kriebelen. Zeker nu we met deze zeer zachte herfst nog her en der slakken zien kruipen.
Sterker nog: er zijn zelfs jonge slakjes te zien. De herkenningskaartjes (pdf; 2,8 MB) en poster (pdf; 1,8 MB) van het project 'Duik in een struik' (slakken vinken) zijn daarom als downloads weer beschikbaar en we vragen bij deze aan iedereen toch nog even goed naar slakken uit te kijken. Vooral de grote jongens, de tuinslakken, grotere naaktslakken, de Segrijnslak en de Wijngaardslak, laten zich nog makkelijk spotten. Met wat moeite zijn ook de kleintjes nog te vinden onder takjes, stenen en ander bodemmateriaal. Na de winterrust loopt het project in 2021 nog een heel jaar door, tot en met de volgende herfst.
De Wijngaardslak: de allergrootste
Uiteraard zijn we met alle waarnemingen van de twaalf slakken die op het 'Slakken Vinken' kaartje staan, blij. Toch is er één soort waarvoor we dit seizoen extra aandacht hebben. Die is het makkelijkst te vinden en bovendien het belangrijkst voor het natuurbeleid. We hebben het over de grote en beschermde Wijngaardslak (Helix pomatia), niet te verwarren met het wat kleinere en veel algemenere familielid, de Segrijnslak (Cornu aspersum). Die laatste heeft vaak een wat donkerder huisje, dat hoogstens 3,5 centimeter groot wordt. Wijngaardslakken worden groter en hebben een lichter grijsbruin, soms wat verbleekt en verweerd, tot ruim 5,0 centimeter groot slakkenhuis. Daarmee is dit de grootste huisjeslandslak van Nederland. Voor de Wijngaardslak geldt dat élke 'wvw' (waarneming van Wijngaardslak) ultra-welkom is. Zéker als ze komen uit kaartvakken die landelijk gezien prioriteit hebben, zie onderstaand kaartje. De prioritaire kaartvakken omvatten het gebied waar de soort van nature voorkomt (Zuid-Limburg) en de plaatsen waar de dieren al heel lang zijn ingeburgerd. Dat geldt al eeuwen voor de Hollandse duingebieden en, omdat deze slak ook een zogenaamde stinzensoort is, ook voor kasteel- en pastorietuinen, chique en historische 'buitens', landgoederen en oudere boerenhoven uit vorige eeuwen. Daarnaast zijn er nog andere, meer recente voorkomens, bijvoorbeeld in (heem-)tuinen.
De prioritaire 10x10-kilometerhokken die betrokken zijn bij de landelijke monitoring van de Wijngaardslak in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het betreft hier de hokken waar al meer dan 100 jaar de Wijngaardslak van bekend is én waar deze soort sindsdien geregeld gezien is. Voor de gele hokken geldt dat de Wijngaardslak daar sinds 2018 nog niet of maar weinig is waargenomen. Speciaal voor deze gele hokken vragen we extra aandacht, maar ook voor de groene hokken en voor de rest van Nederland geldt dat waarnemingen welkom zijn, evenals van de andere 11 soorten die bij het project 'Duik in een Struik' betrokken zijn. Zie voor actuele verspreidingsinformatie van de Wijngaardslak de kaart op verspreidingsatlas.nl. Verspreidingsatlas.nl geeft naast informatie over de grote jongens (of meisjes: Wijngaardslakken, zijn net als de meeste soorten slakken hermafrodiet, met geslachtsorganen van zowel man als vrouw), ook verspreidingbeelden van alle andere Nederlandse weekdiersoorten. |
Contactloos gluren en doorgeven
Dit Corona-jaar is uiteraard anders dan de vorige periode (2018). In groepjes met excursies het veld in gaan, is niet aan de orde. Alleen zelf eropuit of met twee personen het veld in, kan gelukkig nog wel, mits dit gebeurt op gepaste afstand tot elkaar. Omdat we maximaal contactloos werken, verzenden we momenteel geen pakjes met kaarten en posters. We hopen dan ook dat u de poster (1,8 MB) en het herkenningskaartje (2,8 MB) zelf vanaf de ANEMOON-website kunt downloaden en printen en de waarnemingen digitaal wilt doorgeven. Dat kan op vele manieren: via verspreidingsatlas.nl, de NOVA-app, waarneming.nl, ObsMapp en/of iObs.
Stichting ANEMOON is ook te mailen, bijvoorbeeld als je wilt meedoen met een 'eigen' Wijngaardslak-monitoringroute in je favoriete natuurgebied of in je eigen omgeving.
Zo gaan we samen aan de bak voor (onder andere) de Wijngaardslak!
Tekst: Rykel de Bruyne en A.W. Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON
Foto’s: A.W. Gmelig Meyling (leadfoto: kruipende Wijngaardslak); I. van Lente, Stichting ANEMOON
Figuren: Stichting ANEMOON