Onderzoek naar vegetatieontwikkeling op de Nederlandse Caribische eilanden
Carmabi, Wageningen Environmental ResearchDe studie maakt deel uit van een project waarin kwantitatieve historische gegevens over de terrestrische habitats van de Nederlandse Caribische eilanden samen worden gebracht en historische inventarissen worden herhaald.
De evaluatie van de Staat van Instandhouding (maat voor de 'staat van de natuur' die aangeeft hoe het gesteld is met een soort of habitat) van de terrestrische habitattypen van de Nederlandse Caribische eilanden, toonde duidelijk de slechte staat van veel terrestrische plantengemeenschappen aan. Dit is het gevolg van overbegrazing en stedelijke ontwikkeling. Het herhalen van vegetatiekaarten en vegetatieplotbeschrijvingen (zogenaamde 'vegetatie-relevés') geeft diepgaand inzicht in de verandering in soortensamenstelling van vegetatie onder verschillende omgevingscondities. Daarom is terrestrische monitoring nodig voor het evalueren van toekomstige veranderingen in de Staat van Instandhouding van gebieden. Vegetatiegegevens kunnen worden gebruikt als een indicator voor abiotische en structurele veranderingen in het landschap en bieden een belangrijke basis voor het in kaart brengen van leefgebieden van soorten.
In november bezochten vegetatiewetenschappers van Wageningen Environmental Research en Carmabi (Curaçao) Bonaire om de verandering van de vegetatie sinds 1999 te bestuderen. Verschillende plots die twintig jaar geleden werden beschreven, werden opnieuw bekeken en onderzocht. Er werd aangetoond dat de meeste gebieden nog steeds zwaar worden begraasd door geiten en ezels, vooral in het Washington-Slagbaai National Park. In een paar plots met lage begrazingsdruk bevatte de onderste vegetatielaag meer grassen, cypergrassen en kruiden, evenals jonge struiken en bomen. Dit geeft aan dat houtachtige plantensoorten zich snel kunnen herstellen als begrazing beperkt is, onder de voorwaarde dat er volwassen struiken en bomen in de buurt groeien.
Een vergelijkbaar onderzoek in het Christoffelberg National Park op Curaçao toonde de snelle afname van onaantrekkelijke struiken en de toename en ontwikkeling van groenblijvende houtachtige planten, zodra de geiten waren verwijderd. Op Bonaire werden relicte populaties van de zeldzame en meest bedreigde houtachtige plantensoorten vooral gezien op de middelste en hoge kalkstenen terrassen, in gebieden die ernstig worden bedreigd door stadsontwikkelingsplannen. Voor het herstel van aangetaste habitats zijn dergelijke populaties essentieel, en daarom is het dringend noodzakelijk om beschermde natuurgebieden op deze kalkstenen terrassen aan te leggen.
In het kader van dit project digitaliseren Wageningen Environmental Research en Carmabi historische vegetatiebeschrijvingen en kaarten en zijn ze begonnen met het opnieuw onderzoeken van plots op de Nederlandse Caribische eilanden. Vegetatie-relevés worden opgeslagen in een digitale database, genaamd de 'Dutch Caribbean Biodiversity Database'.
Tekst: John Janssen & Joop Schaminée, Wageningen Environmental Research en Erik Houtepen & John de Freitas, Carmabi
Foto's: Joop Schaminée (leadfoto: endemische sabalpalm, unieke soort die alleen op Bonaire voorkomt, groeiende in een struikland op kalksteen met Metopium brownii en Haematoxylon brasiletto); Johan van den Blerk