bruin blauwtje parend

Gemeenschap van micro-organismen beïnvloedt seks en voortplanting bij dieren

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
15-JAN-2020 - Het is een raar idee, maar hoe succesvol we ons als stel voortplanten, hangt af van wie er verder bij is. Want een hele verzameling aan micro-organismen omringt ons, ook daarbij. Met een uitgebreid overzicht van aanwijzingen laat Melissah Rowe van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) zien wat de impact is. Het kan zelfs tot nieuwe diersoorten leiden.

Het lijkt een heel intiem moment, met z’n tweetjes. Maar niets is minder waar. In, op en rondom ei- en zaadcellen blijkt een hele gemeenschap van allerlei micro-organismen te leven. Bacteriën, schimmels of virussen – goed en slecht, maar in ieder geval met veel meer invloed op onze gezondheid en vruchtbaarheid dan gedacht. En dat geldt evenzeer voor (andere) dieren.

"Dat er bacteriën leven op onze huid en in onze darmen, weten de meeste mensen wel. En ook hoe dat ons leven beïnvloedt,” legt onderzoeker Melissah Rowe van het NIOO uit. “Verrassing: dit geldt ook voor onze voortplantingsorganen!”

Zaadcel van een vogel 'behangen' met bacteriën

Botsende belangen

Dit gaat niet alleen maar over seksueel overdraagbare ziektes. “Het kan op zoveel manieren invloed hebben op seks, voortplanting en de evolutie van soorten,” zegt Melissah Rowe. Partnerkeus, gezondheid, voortplantingssucces en (onbegrepen) onvruchtbaarheid, botsende belangen tussen de geslachten en zelfs het ontstaan van nieuwe diersoorten. “En toch is dat bijna niet onderzocht tot nu toe.”

De ecologie en evolutie van voortplanting bij dieren en met name vogels, dat is haar onderzoeksveld. Sinds kort werkt Rowe bij de afdeling Dierecologie van het NIOO. Ze vraagt zich onder andere af wat de invloed van het zogenaamde microbioom – de aanwezige micro-organismen – op de voortplanting is. Samen met collega’s uit Oslo, Oxford en Exeter stelde ze een overzicht samen van de beschikbare wetenschappelijke aanwijzingen.

Bacterie als jury

Een paar voorbeelden. Mannen met grote hoeveelheden van bepaalde bacteriën in hun zaadmonster zijn vaker onvruchtbaar. Bedwants-vrouwtjes schroeven hun afweer op voorafgaand aan een paring – hun mannetjes doorboren daarbij namelijk hun achterlijf en een infectie afkomstig van een mannetje kan dodelijk zijn. Bij wilde eenden tenslotte produceren mannetjes met kleurigere snavels zaad dat beter in staat is om ongewenste bacteriën te doden. Dit kan de keus van vrouwtjes voor een (veilige) partner beïnvloeden. Rowe: “Ik denk dat zoiets een belangrijke evolutionaire kracht kan zijn.” Natuurlijke selectie dus: met bacteriën en andere micro-organismen als de ‘jury’, of de ‘beul’.

Omdat het onderzoeksveld zo nieuw en onontgonnen is, zijn er nog heel veel vragen te beantwoorden. Komen de (on)gunstige effecten door sommige soorten, of gaat het om de samenstelling van de hele microbiële gemeenschap? Evolueert het bij vrouwtjes anders dan bij mannetjes? Maakt het uit voor het succes bij het uitzetten van gefokte bedreigde dieren? En zelfs bij de voortplanting van planten speelt het. “Op een stuifmeelkorrel leven namelijk ook bacteriën.”

Meer informatie

Tekst: NIOO-KNAW
Beeld: Kars Veling, De Vlinderstichting (bruin blauwtje parend); Melissah Rowe