Het blad van Smalle theeplant

Smalle theeplant: de nieuwe Grote waternavel?

FLORON, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
3-DEC-2019 - De Smalle theeplant is niet zo smal als zijn naam doet vermoeden. Deze aquariumplant kan in het buitenwater breed uitgroeien en daardoor potentieel overlast veroorzaken als invasieve exoot. In een sloot in Vleuten werd de plant deze zomer voor het eerst in Nederland verwilderd waargenomen. Dankzij snelle herkenning en bestrijding is verdere verspreiding van deze soort voorkomen.

EU-Unielijst

Op 15 augustus 2019 is de EU-Unielijst (pdf; 377 KB) met voor de EU zorgwekkende invasieve uitheemse soorten uitgebreid met zeventien soorten. Eén van de soorten die is toegevoegd is de Smalle theeplant (Gymnocoronis spilanthoides). Deze oorspronkelijk uit Zuid-Amerika afkomstige oeverplant is sinds de jaren 60 van de vorige eeuw in Nederland en andere EU-landen in de handel als aquarium- of vijverplant. Het aantal geconstateerde verwilderingen binnen de EU was tot voor kort beperkt tot Hongarije (1988) en Italië (2015). In Zuidoost-Australië en Nieuw-Zeeland is de soort echter invasief en wordt daar als een probleemsoort ervaren. Recent heeft de soort zich in Japan en Oost-China sterk uitgebreid. Om verdere verspreiding binnen de EU te voorkomen, is deze soort op de Unielijst geplaatst.

Eerste vondst in Nederland

De Smalle theeplant is in Nederland in de handel als aquariumplant, meestal onder de naam Senegalese theeplant. De plant wordt aangeprezen als een makkelijke plant die snel groeit, makkelijk te vermeerderen is en die bovendien ook geschikt is voor een onverwarmd aquarium. Gezien de reacties op sites van aquariumliefhebbers zijn echter niet alle aquariumliefhebbers even enthousiast over deze plant: “het is onkruid”, “het heeft een groeisnelheid waar op geen enkele manier iets mee te beginnen valt”, “niet geschikt voor een aquarium", “de kliko in” et cetera. Niet verwonderlijk dus, dat deze soort ooit als overtollige aquariumplant in het buitenwater gedumpt zou worden. Op 30 augustus, vijftien dagen na het in werking treden van de tweede uitbreiding van de EU-Unielijst, was het dan zover en werd de soort verwilderd in Vleuten aangetroffen. Naar aanleiding van een melding op verspreidingsatlas.nl heeft FLORON de NVWA gewaarschuwd. De NVWA heeft vervolgens de aanwezigheid van de plant op meerdere groeiplaatsen in de nabijheid van de gemelde locatie vastgesteld. Dit is vervolgens gemeld bij de provincie, de gemeente Utrecht en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Op 6 november is de groeiplaats in opdracht van de provincie Utrecht verwijderd.

Een wagen vol met verwijderde Smalle theeplant

Herkenning

Bloeiwijze van de Smalle theeplantDe Smalle theeplant is een overblijvende waterplant uit de Composietenfamilie (Asteraceae). De plant maakt kruipende stengels en kan tot 1,5 meter hoog worden. De plant groeit in ondiepe, stilstaande of langzaam stromende, ondiepe, zoete wateren. Wortelend vanuit ondiepe oeverzones kunnen de stengels dicht op het wateroppervlak drijvende matten vormen. De 8,5-25 centimeter lange bladen (inclusief bladsteel) zijn tegenoverstaand; de stengels hebben een diameter tot 1,5 centimeter en zijn hol. De bloeiwijze bestaat uit eindstandige schermen van hoofdjes met een diameter van 14-17 millimeter. De afzonderlijke bloemen in het hoofdje hebben een smal trechtervormige, onopvallende, witte kroonbuis van 3,5-4,0 millimeter lang met vijf groene lobben. Het meest opvallend zijn de lange, witte, gespleten stijlen die ver buiten de kroonbuis uitsteken. De 1,7-2,0 millimeter lange zaden zijn lichtbruin van kleur en hebben geen vruchtpluis. De plant kan zich vegetatief verspreiden door op de knopen wortelende stengelfragmenten. In Italië is geconstateerd dat de plant zich daar ook met zaden kan verspreiden. De zaden worden met stromend water of met aan dieren of machines plakkende modder verspreid. De zaden kunnen hun kiemkracht zestien jaar behouden.

Impact

De impact van Smalle theeplant is vergelijkbaar met die van exoten met een vergelijkbare groeiwijze, zoals Parelvederkruid en Grote waternavel. Vooral onder voedselrijke omstandigheden groeit de plant snel, en deze kan al snel grote oppervlakten bedekken. Onder de drijvende matten die deze soorten vormen, verdwijnen ondergedoken waterplanten en de daaraan gelieerde fauna. Door het afsterven van de planten kan het water zuurstofloos worden. De plantenmassa’s kunnen de waterafvoer belemmeren en activiteiten als vissen, zwemmen en recretievaart hinderen. Net als Waterteunisbloem en Kleine waterteunisbloem is de plant amfibisch en kan ze ook op oevers en in moerassen groeien.

Het blad van de Smalle theeplant

Geef waarnemingen door

Het is nog niet duidelijk in hoeverre de Smalle theeplant echt winterhard is en zich onder de Nederlandse klimaatomstandigheden kan handhaven. De grootte van de groeiplaats in Vleuten doet vermoeden dat de plant hier mogelijk al overwinterd heeft. Boven het water uitstekende planten van Smalle theeplant blijken temperaturen tot -5°C te kunnen overleven; ondergedoken planten kunnen onder het ijs overwinteren. Waarschijnlijk is het areaal waar de soort in Europa zou kunnen overleven dan ook aanzienlijk groter dan de huidige verspreiding. Het oorspronkelijke areaal van Smalle theeplant in Zuid-Amerika overlapt in hoge mate met dat van de Grote waternavel. Van de Grote waternavel werd eerst niet verwacht dat deze de Nederlandse winters zou kunnen overleven, maar zelfs na strenge winters blijkt de soort zich te kunnen herstellen. Dankzij snelle signalering en verwijdering zijn mogelijk problemen met de Smalle theeplant voorkomen. Het is belangrijk om waarnemingen van nieuwe vestigingen of eventuele restanten van de groeiplaats in Vleuten snel te melden om verdere verspreiding te voorkomen. Geef waarnemingen van deze soort dus door op verspreidingsatlas.nl of waarneming.nl.

Meer informatie over de Smalle theeplant is hier (pdf; 167 KB) te lezen.

Tekst: FLORON & NVWA
Foto's: Edwin Dijkhuis; Johan van Valkenburg