Japanse duizendknoop

Ervaringen met ecosysteemaanpak van invasieve exoot in kwetsbare beekdalen

Bosgroepen
13-AUG-2024 - De Aziatische duizendknoop vormt een serieuze bedreiging voor bijzondere beekdalen. Wat als je de veerkracht van een ecosysteem zelf vergroot, in plaats van de invasieve exoot met man en macht blijven verwijderen? Het Europese project LIFE Resilias levert inmiddels al interessante resultaten op.

Rob van der Burg is ecoloog bij Bosgroep Zuid Nederland en medeverantwoordelijk voor het implementeren, monitoren en evalueren van de ecosysteemaanpak in beekdalen binnen LIFE Resilias­­­­­. Dit Europese project is inmiddels op de helft en het projectteam ziet bemoedigende eerste resultaten. Volgens Rob leveren de verschillende experimenten ook al waardevolle lessen op. In dit artikel deelt hij zijn ervaringen tot nu toe.

Stap-voor-stap aanpakken

De ecosysteemaanpak van de Aziatische duizendknoop in beekdalen bestaat uit een aantal stappen. Eerst grijp je redelijk rigoureus in, door zoveel mogelijk wortelstokken te verwijderen. In een beschermd bosgebied kun je alleen oppervlakkig wortelstokken verwijderen, maar gelukkig zitten daar de dikke knollen met veel reservevoedsel. De volgende stap is de opvolging in het jaar erna, waarbij je de nog opkomende planten zoveel mogelijk met de hand verwijdert. Deze eerste fase duurt bij de beekdalen doorgaans wat langer dan bij een droger bos, omdat duizendknopen het hier veel beter doen door de rijkere bodem.

Aziatische duizendknoop

Het aanplanten van (inheemse) boom- en struiksoorten is ook een belangrijke stap in het proces. Denk daarbij aan hazelaar, linde, wilg, kers en fladderiep. Deze soorten kunnen op termijn de schaduwdruk vergroten en helpen tegelijkertijd om de bosstructuur te verbeteren. Dat geeft een welkome boost aan de biodiversiteit in het gebied. Uiteindelijk is het de bedoeling dat deze soorten het donker genoeg maken, zodat de duizendknoop het moeilijk krijgt om te floreren. Na deze fases volgen het monitoren, opvolgen en bijsturen waar nodig. Bijvoorbeeld door het vrijstellen van de aanplant.

Zeldzame bosflora profiteert

Wat nu al mooi is om te zien, is de terugkeer van zeldzame bosflora die dankzij de werkzaamheden weer kansen krijgt. Bij het verwijderen van de wortelstokken van de Aziatische duizendknoop, is de zaadbank van gewenste inheemse soorten opengelegd. Het jaar erna zagen we ineens prachtige zeldzame bosflora opkomen, zoals fraai hertshooi en ruige veldbies. Ook het bosviooltje profiteert van het feit dat de Aziatische duizendknoop door de eerste ingreep ernstig verzwakt is en niet zoals voorheen kan domineren. De inheemse soorten kunnen de concurrentie dan beter aangaan en hun plekje in het systeem opeisen.

Rob van der Burg

Opvolging is cruciaal

Wat we ook heel duidelijk constateren, is dat de juiste opvolging cruciaal is. Het tweede jaar bestaat vooral uit het met de hand uittrekken van de scheuten die toch nog opkomen. Een intensieve klus, die om voldoende mankracht vraagt en dat bleek niet altijd makkelijk te realiseren. Het liefst ga je meerdere keren per jaar terug, maar we merken dat een tot twee keer net haalbaar is. Het blijkt gewoon geen populaire bezigheid onder het personeel van de aannemers. Dat is een belangrijk aandachtspunt waar je rekening mee moet houden. We zijn nu aan het kijken naar verschillende methodes voor opvolging en zetten die tegen elkaar af qua resultaat. Wat het oplevert als je opkomende scheuten intensief weghaalt bijvoorbeeld, of juist alleen rondom de aanplant. Verder zijn er plekken waar we de Aziatische duizendknopen kneuzen. Dat blijkt ook impact te hebben. Dan zijn er nog locaties waar gekozen is voor maaien, waarbij we moeten oppassen dat het risico op verdere verspreiding gering is. Ook dit kan voor bepaalde gebieden een optie zijn.

Ongewenst neveneffect

Een ongewenst neveneffect van de eerste machinale bestrijding van de wortels van Aziatische duizendknoop, is de enorme uitzaaiing. Dat lijken echt zaailingen te zijn, want de scheuten zaten niet vast aan wortelstukjes. Dat druist in tegen wat men dacht, namelijk dat Aziatische duizendknoop zich niet uitzaait. De Sachalinse variant kwam na de werkzaamheden ineens tot explosie, omdat er blijkbaar een ideaal kiembed was ontstaan. Het ging om zaailingen zonder wortelstokje. Deze zijn gelukkig makkelijk weg te halen, maar dat betekent wel goed opletten en tijdig ingrijpen. Eerder was wel bekend dat de duizendknoop zich met bruidsluier kan vermeerderen, maar dat was in de voorbeeldgebieden niet het geval. Het lijkt er dus op dat er wel degelijk een zaadbank ontstaat in de besmette gebieden.

We bekijken in het project ook hoe je het beste om kunt gaan met de verwijderde duizendknoop. Afvoeren uit het gebied brengt hoge kosten en risico’s op verdere verspreiding met zich mee, dus kijken we naar alternatieven. Zo hebben we inmiddels gezien dat composteren op een besmette locatie een bemoedigend resultaat geeft. Na een seizoen was er nog maar weinig over van de hoop, en er kwamen ook nauwelijks nieuwe scheuten uit. Van groot belang hierbij is wel dat je een plek hebt waar je de verwijderde planten en stokken veilig kunt neerleggen. Daarmee bedoel ik dat er geen kans bestaat dat wortelstokken bij hoog water meegenomen kunnen worden.

Inzichtelijk maken van de kosten

Een belangrijk onderdeel waar we ons nu ook op focussen, is het in kaart brengen van de kosten. De ecosysteemaanpak is een relatief ingewikkelde methode. Het vraagt een langere adem dan reguliere bestrijding, en slaat daardoor mogelijk niet gemakkelijk aan. Het idee achter de methode is ook dat je, doordat je het ecosysteem zelf een deel van de oplossing laat zijn, de kosten kunt drukken. Om een gefundeerde keuze te maken, moet je weten wat een bepaalde aanpak gaat kosten. Ook dat nemen we mee in de tweede helft van het project.

Wisselende resultaten

We zien dat de aanpak op verschillende plekken heel goed werkt en dat de duizendknopen door verwijderen en schaduwdruk nagenoeg verdwenen zijn. Er zijn ook plekken waar de aanpak nu nog minder succesvol is, bijvoorbeeld op natte plekken waar de eerste bestrijding moeizaam gaat en op plekken die nog te licht zijn. Het verhogen van de schaduwdruk door aanplant vergt meerdere jaren. Een extra complexiteit in beekdalen is dat de beekoevers niet goed aan te pakken zijn, zonder deze te veel te vernielen. Dit blijven dus besmettingshaarden, van waaruit duizendknopen zich snel uitbreiden. We proberen dit nu op te lossen door dichter te planten met soorten die snel een dicht schaduwscherm vormen. Hazelaar is daarvoor heel geschikt. Komende jaren verwachten we ook in de wat moeilijkere delen betere resultaten te gaan boeken.

Ecosysteemaanpak Japanse duizendknoop

Ieder gebied en elke soort kent een eigen dynamiek en de uitdagingen variëren daarmee ook. Dat vraagt dus steeds weer om een individuele benadering en maatwerk. Het mooie van de ecosysteemaanpak is dat je hem kunt toepassen op allerlei verschillende invasieve exoten in verschillende ecosystemen. Een project als LIFE Resilias maakt het mogelijk om meerdere aanpakken toe te passen en zo te ontdekken wat er bij welke soort het beste werkt. Het project is nu op de helft en naast het implementeren en uitproberen van wat we weten, leren we elke dag bij over hoe we het in de specifieke gebieden het beste kunnen aanpakken. Ik ben zelf ook echt benieuwd wat de conclusies over een aantal jaar bij het einde van het LIFE-project zullen zijn.

 

Meer informatie

 

Tekst: Bosgroepen
Foto’s: Pixabay (leadfoto: Aziatische duizendknoop); LIFE Resilias; Marrie Hoedelmans, Bosgroepen