Reptielen in de crèche
Stichting RAVONBij de hagedissen zijn de volwassen dieren al grotendeels verdwenen, zo houdt de zandhagedis het wel een beetje voor gezien. Ze zijn genoeg aangesterkt voor de overwintering, en nemen geen extra risico’s meer op predatie, ook al zijn de dagtemperaturen nog aangenaam. De jonge dieren zijn echter nog bezig met het verzamelen van hun eerste maaltijden: zij moeten zoveel mogelijk aansterken om de winter goed door te kunnen komen.
Ook de in augustus en september geboren jonge slangen laten zich nu zien, al zijn de aantallen altijd maar een fractie van het daadwerkelijke aantal geboren slangetjes. De komende weken is het dus speuren naar groepjes jonge slangetjes. Pasgeboren addertjes en gladde slangetjes zijn te vinden tussen de vegetatie in bos-, heide- en veengebieden, of in wegbermen in de omgeving daarvan. Ringslangen in potloodformaat kan men op allerlei plekken tegenkomen in water- en bosrijke gebieden en zelfs in slootrijke grazige polderweiden.
Ringslangen zijn eierleggend. De eieren, voorzien van een zachte, perkamentachtige schaal, worden in het voorjaar door de vrouwtjes in clusters gelegd in broeihopen. De rottingswarmte zorgt voor verdere ontwikkeling. Adder en gladde slang zijn eierlevendbarend: hun jongen zitten bij de geboorte nog in een dun vlies. Dat vlies breekt meestal binnen enkele uren en de jongen zijn direct zelfstandig. Groepjes jonge slangen liggen wel nog vaak vlak bij elkaar. Kijken waar je loopt dus, de komende weken!
Tekst: Raymond Creemers, RAVON
Foto's: Raymond Creemers (leadfoto: adder); Jelger Herder