Tapuit verdwijnt als broedvogel uit Gelderland
Provincie GelderlandTapuiten leven in duinen, open grasland, heide en stuifzand. Ze eten insecten en broeden in holen, meestal oude konijnenholen. In dertig jaar is het aantal broedparen in Nederland met 90% afgenomen: van ruim 2000 naar ongeveer 200. Die broeden vooral nog in de duinen van Noord-Holland en in het Drents-Friese Wold, maar ook op de Veluwe waren tot voor kort enkele tientallen paartjes te vinden.
Voor de achteruitgang worden verschillende oorzaken aangegeven: stikstofdepositie en het wegvallen van konijnen maken het broedgebied minder geschikt, door afname van insecten is er waarschijnlijk minder voedsel, verstoring door recreanten en hun honden kan een rol spelen, en nestpredatoren eisen hun tol.
In het Natura2000-gebied Veluwe geldt voor tien vogelsoorten een doelstelling: deze moeten ‘in een goede staat van instandhouding’ zijn. Drie daarvan: ijsvogel, roodborsttapuit en grauwe klauwier, voldoen daaraan: het gaat goed met de populatie. De andere zeven vragen aandacht: de aantallen schommelen rond het gewenste aantal (wespendief, boomleeuwerik), of liggen daaronder (zwarte specht, nachtzwaluw); de draaihals heeft geen vaste populatie, en de duinpieper is uitgestorven. En nu lijkt de tapuit dus ook verdwenen.
De Provincie Gelderland heeft aan SOVON opdracht gegeven in kaart te brengen wat er nodig is om deze soorten in een goede staat van instandhouding te brengen. Als deel daarvan onderzoekt Herman van Oosten (Oenanthe Ecologie/ Radboud Universiteit) de relaties tussen kwaliteit van het habitat heide en stuifzand en het voorkomen van insectenetende vogels. In zijn onderzoek bezocht hij alle bekende broedgebieden van de tapuit op de Veluwe, maar vond hij geen broedparen.
Dit najaar komt het rapport van SOVON uit.
Tekst: Willem Drok, Provincie Gelderland
Foto's: Kars Veling; Jankees Schwiebbe, Birdphoto.nl