Herstelprogramma voor bedreigde vogelsoorten Veluwe
Sovon Vogelonderzoek NederlandOndanks de grote omvang van de Veluwe, hebben veel vogelsoorten het hier moeilijk. Bijvoorbeeld door decennialange verzuring van de bodem. Hierdoor is de hoeveelheid beschikbare kalk in de bodem te laag geworden. Er ontstaat een gebrek aan kalkrijke insecten, pissebedden en slakken. Vogels die deze op het menu hebben staan, krijgen te weinig kalk binnen voor stevige eieren en botten. Daarnaast zorgt een te hoge neerslag van stikstof voor het dichtgroeien van open landschappen, waardoor vogels die hier leven moeilijker voedsel kunnen vinden. Tot slot zetten recreatie of militaire activiteiten vogels extra onder druk.
Bescherming
Ter bescherming van tien vogelsoorten is de Veluwe aangewezen als Natura 2000-gebied. Het doel hiervan is om de natuurlijke leefomgeving van deze soorten zo te behouden of te herstellen, dat gezonde populaties van deze vogels ontstaan. Heel eenvoudig is dat overigens niet. Zo kan de kap van bomen om een open landschap te creëren, gunstig uitpakken voor de Boomleeuwerik en Nachtzwaluw, maar juist niet voor de Zwarte Specht en Wespendief.
Zeven vogelsoorten
Voor zeven van de tien vogelsoorten die zijn aangewezen voor de Veluwe is het onzeker of de doelstellingen worden gehaald. Het gaat om de Duinpieper, Tapuit, Boomleeuwerik, Draaihals, Nachtzwaluw, Zwarte Specht en Wespendief. Alleen met de Nachtzwaluw gaat het relatief goed. Deze soort nam de afgelopen jaren in aantal toe, maar de Boomleeuwerik, Zwarte Specht en Wespendief zijn afgenomen. De aantallen zijn nu onder de doelstelling voor de Veluwe gekomen. De Duinpieper en Tapuit zijn zelfs helemaal verdwenen van de Veluwe. De Draaihals was bijna verdwenen, maar neemt recent weer toe.
Maatregelen
Sovon Vogelonderzoek onderzocht samen met Stichting Bargerveen en Bureau ZET welke maatregelen genomen moeten worden om herstel van de zeven vogelsoorten mogelijk te maken. Over het algemeen geldt dat allereerst de bodemkwaliteit hersteld moet worden. Het onderzoek keek daarnaast naar andere maatregelen. Actief natuurbeheer kan helpen om leefgebied terug te krijgen, bijvoorbeeld door het opengraven van dichtgegroeide stuifzanden. Ook kan het terugdringen van verstoring helpen. Bijvoorbeeld door het afsluiten van bepaalde gebieden tijdens broedperiodes.
Uitvoering
De provincie Gelderland is samen met terreineigenaren en de recreatiesector verantwoordelijk voor het uitvoeren van de maatregelen. Voor terugkeer van de verdwenen Tapuit en Duinpieper is het belangrijk dat de aanwezige open landschappen, zoals stuifzandgebieden, van voldoende omvang blijven en dat de hoeveelheid organische stof minder wordt, zodat de gebieden niet steeds weer dichtgroeien. Ook de Boomleeuwerik en Draaihals kunnen van deze maatregelen profiteren, zolang er voldoende terreinovergangen blijven naar bossen. Wespendieven vragen om een andere aanpak. Voor hen moet er een gevarieerd, halfopen tot vrij gesloten landschap met oude bossen zijn. En voor de Zwarte Specht is dicht naaldbos nodig, waarin voldoende dood hout blijft liggen, zodat kevers en mieren zich kunnen ontwikkelen.
Verstoring beperken
De soorten van open terreinen zijn erg gevoelig voor verstoring. Voor alle soorten geldt dat het beperken van recreatie goed zou zijn, omdat de verstoring dan eenvoudigweg minder is. Vooral voor de Boomleeuwerik geldt dat de populatie een flinke boost kan krijgen door het maken van voldoende rustige broedgebieden. De onderzoekers geven wel aan dat dit het meest zinvol is als ook aan de andere eisen voor de leefomgeving wordt voldaan. Het zal even wennen worden, maar ook elders in Nederland zoals op de Boschplaat op Terschelling en de Strabrechtse Heide in Brabant is het al heel gewoon dat je er als recreant én als vogelaar een paar maanden niet mag komen om de broedvogels hun rust te gunnen.
Het onderzoek naar het soortenherstelprogramma op de Veluwe is uitgevoerd door Sovon Vogelonderzoek, in samenwerking met Stichting Bargerveen en Bureau ZET.
Tekst: Marcel Wortel, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Henk Sierdsema (leadfoto: heideveld op de Veluwe); Marijn Nijssen; Bart Vastenhouw, Saxifraga