Er was nog maar weinig bekend over de invloed van de lichtsterkte, de lichtkleur en de lichtduur op dieren en ook de gevolgen op lange termijn, op het niveau van populaties, waren nog helemaal onbekend. Om meer te weten te komen over het effect van kunstlicht op flora en fauna is het project Licht Op Natuur gestart door NIOO en WUR, met hulp van een groot aantal natuurorganisaties, waaronder De Vlinderstichting.
Naast studies in het veld en in het lab is een grootschalig experiment opgezet op acht relatief donkere locaties in Gelderland en Drenthe bij een bosrand (omdat die het meest soortenrijk is). Hier is steeds dezelfde opstelling gemaakt van vier transecten met lantaarnpalen die verschillen in kleur licht (groen, wit, rood en geen licht). Per locatie is de volgorde van de kleuren anders. Bij elk transect werden vogels, zoogdieren en nachtvlinders onderzocht.
De belangrijkste conclusie is dat kunstlicht op veel verschillende manieren invloed heeft op het dierenleven. Zo werd onder andere gevonden dat de feromonen (sex-lokstoffen) van vrouwtjes van de kooluil veranderen onder invloed van licht. Dit is zeer ingrijpend, want dan vinden mannetjes de vrouwtjes niet, wordt er minder gepaard en dus minder voortgeplant. Wat betreft de kleur licht bleek wit en groen licht voor de meeste soorten de sterkste negatieve invloed te hebben. Alleen voor trekvogels op zee is groen licht wel geschikt. Rood licht bleek voor de meeste onderzochte groepen het minst schadelijk, hoewel geen licht natuurlijk altijd beter is.
Er zal bij ingrepen in het landschap en bij inrichtingsprojecten veel meer moeten worden gekeken welke dieren er voorkomen en hoe die worden beïnvloed door kunstlicht. Licht zou standaard een onderdeel moeten worden van milieueffectrapportages. Er is gelukkig in ons land zeer veel bekend over waar dieren voorkomen en door gebruik te maken van de NDFF en de kennis die bij de PGO’s en soortenbeschermende organisaties aanwezig is kan snel worden bepaald met welke soorten rekening gehouden zou moeten worden. Hierbij moet natuurlijk naar de hele ecologie van soorten gekeken worden, dus waar foerageren ze, waar planten ze zich voort, waarlangs verplaatsen ze zich en dergelijke. Door vervolgens maatwerk te leveren door te werken met slimme verlichting zijn veel van de negatieve effecten te verzachten of zelfs te voorkomen. Slim omgaan met licht, door niet te verlichten als dat niet nodig is en lichtverspilling tegen te gaan, is al de eerste stap. Door een goede afstelling van het licht en door af te schermen waar het licht geen nut heeft en zelfs schadelijk is, kan al veel worden bereikt. Maar door ook in aanleg van wegen, steden en bedrijventerreinen slim te werken, kunnen veel negatieve effecten worden voorkomen. Door de kleur van asfalt aan te passen kan al minder worden belicht bijvoorbeeld. Kortom, een uitdaging voor stedenbouwkundigen, architecten en bouwbedrijven om zo te werken dat er een veilige leef- en werkomgeving ontstaat, maar waar tegelijkertijd dieren ongestoord kunnen leven, zonder overbodige lichtvervuiling.
Voor een aantal soortgroepen zijn de resultaten op dit moment nog minder duidelijk. De eindresultaten van het 'Licht Op Natuur'-onderzoek volgen in de loop van volgend jaar.
Meer informatie
- Het project Licht Op Natuur
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling; Koert van Geffen