Paddenstoelenvergiftigingen, gebeurt dat vaak?
Nederlandse Mycologische VerenigingAls er bij een huisartsenpost of in een ziekenhuis iemand binnenkomt die mogelijk giftige paddenstoelen heeft gegeten, wordt er contact gezocht met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC in Utrecht. Hier ligt een lijstje met telefoonnummers van mycologen die bereid zijn de gegeten paddenstoel te identificeren. Een mycoloog in de regio van de arts wordt dan gebeld.
Hoe vaak vinden mogelijke paddenstoelenvergiftigingen plaats?
Soms kan de gegeten paddenstoel aan de hand van foto's worden herkend, maar vaak is ook microscopische controle nodig, zo mogelijk van overgebleven paddenstoelen, van maaltijdresten of van braaksel. In 2014 waren er in ons land 178 meldingen van blootstellingen aan paddenstoelen, in 2015 iets minder, namelijk 162. In 2016 was het aantal blootstellingen gering door het slechte paddenstoelenseizoen. Ter vergelijking: jaarlijks zijn er ongeveer 1500 meldingen van blootstellingen aan giftige planten (met soorten als Taxus en klimop in de top). Het is daarom op z'n minst 'bijzonder' te noemen dat elk najaar in de media aandacht wordt besteed aan giftige paddenstoelen en helemaal nooit aan giftige planten! Van de 178 meldingen in 2014 betrof 65% kinderen in de leeftijdscategorie nul tot vier jaar die een stukje paddenstoel in de mond hadden gestopt en (al of niet) doorgeslikt.
Intoxicaties na een maaltijd van zelf geplukte paddenstoelen
In een onderzoek van het NVIC, dat werd uitgevoerd van januari 2014 tot december 2015, werden 340 meldingen van mogelijke paddenstoelenvergiftigingen betrokken. Hiervan betroffen 34 gevallen intoxicaties na het nuttigen van een maaltijd met zelf geplukte paddenstoelen. Dat is 10% van het totaal aantal meldingen in deze twee jaar. Negen van de 34 gevallen (26%) betrof autochtone Nederlanders, de top-vier van herkomstlanden van de overige betrokkenen bestond uit Syrië (5 gevallen), China (3), Polen (3) en Turkije (3).
Zijn Nederlanders voorzichtiger?
Niet alleen in Nederland, maar ook in landen waar het veel gewoner is om wilde paddenstoelen te eten, vinden vergiftigingen plaats, maar niet vaker of minder vaak. In Zwitserland, waar intoxicaties na paddenstoelenmaaltijden al sinds 1997 centraal worden geregistreerd door het Zwitserse vergiftigingscentrum (Tox Info Suisse), zijn de cijfers vergelijkbaar met die van ons. Wat daarbij opvalt, is dat ook daar, net als bij ons, de meeste vergiftigingen na een genuttigde maaltijd van paddenstoelen betrekking hebben op allochtone inwoners, het meest op bewoners van een asielzoekerscentrum. Een vergelijkbaar beeld, maar niet gestaafd door cijfers, wordt gegeven in Duitsland en Zweden. De verklaring is simpel: mensen die in hun eigen land al gewend waren wilde paddenstoelen te eten, doen dat in hun nieuwe land ook, maar in de nieuwe omgeving zijn zij niet bekend met de eetbare soorten en bovendien bestaat de kans dat giftige soorten in het nieuwe land erg lijken op eetbare soorten in het land van herkomst. In Nederland heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in de asielzoekerscentra sinds 2014 daarom posters laten ophangen, die waarschuwen paddenstoelen niet te plukken en op te eten. In Zweden zijn vergelijkbare affiches verspreid in een groot aantal verschillende talen.
Om welke soorten gaat het?
Het NVIC maakt in haar rapporten niet bekend om welke soorten het gaat, omdat dit bij de meeste meldingen niet is geregistreerd. Alleen in het rapport van 2013 worden een paar soorten genoemd, waarvan men vermoedde dat deze betrokken waren bij enkele intoxicaties: Vliegenzwam (5 blootstellingen op een totaal van 165 meldingen), Groene knolamaniet (4 blootstellingen) en Gele knolamaniet (4 blootstellingen). Met ingang van het seizoen 2017 is de procedure rond vergiftigingen aangepast in de hoop van artsen nauwkeurigere data te ontvangen omtrent gegeten soort, symptomen van de intoxicatie en de behandeling, zodat in de toekomst een beter beeld gegeven kan worden. In Zwitserland zijn sinds 1997 gedetailleerde data verzameld en een analyse van de periode 1997-2016 heeft een lijst opgeleverd van vergiftigingen en betrokken paddenstoelen die mogelijk, vanwege de betrokken soorten, niet veel zal afwijken van wat in Nederland te verwachten valt. Anders dan veel mensen denken, ongetwijfeld beïnvloed door de alarmerende mediaberichten, komt de Groene knolamaniet in Zwitserland pas op de derde plaats met in tien jaar 25 intoxicaties, waarvan twee met dodelijke afloop op een totaal van 1805 (vermeende) vergiftigingsgevallen. Interessant is dat op de vierde plaats van de Zwitserse lijst het Eekhoorntjesbrood staat met twintig intoxicaties. Verderop in de lijst staan nog meer eetbare soorten: Hanenkam (Cantharel), Echte honingzwam, Parelstuifzwam, Kastanjeboleet en Knolparasolzwam! Hoezo intoxicaties met eetbare soorten? In de meeste gevallen doordat de paddenstoelen al (deels) bedorven waren toen zij werden gegeten. In een paar gevallen doordat mensen allergisch waren voor een paddenstoelensoort: niet iedereen kan alle paddenstoelen verdragen, zelfs voor het Eekhoorntjesbrood kan men allergisch zijn!
Tekst: Aldert Gutter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Piet Brouwer (leadfoto: Jonge Knolparasols); Martijn Oud