
Vleermuisonderzoek met eDNA ondanks zorgen toch goedgekeurd
ZoogdierverenigingHuidige situatie
Voordat na-isolatie in een woning mag plaatsvinden, moet er eerst onderzoek worden gedaan. Er wordt gekeken of er geen (verblijfplaatsen van) beschermde dieren aanwezig zijn, die door de werkzaamheden kunnen worden getroffen. Niet alleen het doden van beschermde soorten, maar ook het vernietigen van hun verblijfplaatsen is ongewenst en strafbaar. Dat dit onderzoek verplicht is, weten we al sinds het ingaan van de Natuurbeschermingswet in 1998.
Tegenwoordig is die bescherming opgenomen in de Omgevingswet. Toch werd, zeker in de particuliere sector, na-isolatie vaak toegepast zonder onderzoek. In 2023 stelde de Raad van State dat dit werken zonder deugdelijk onderzoek echt niet meer mocht. Wat kan er sindsdien nog wel? Sommige gemeenten hebben een SoortenManagementPlan. Veel andere gemeenten zijn of gaan daarmee aan de slag. Als alternatief kan worden gekozen voor werken via een landelijke lijn met NatuurVriendelijkIsoleren. Kortom, isoleren is mogelijk, maar wel met spelregels. De isolatiebranche beschrijft deze spelregels en de aanpassingen die hiervoor nodig zijn in de uitvoering als onwerkbaar.
eDNA in een snelkookpan
In 2024 is onderzocht of eDNA als opsporingsmethode kan worden gebruikt om te voldoen aan de zogeheten zorgplicht. Een onderzoeksmethode met potentie, waar nog veel moet worden getest voordat deze als erkende maatregel voor de zorgplicht in de Omgevingswet kan worden opgenomen. Toch hebben minister Mona Keijzer van VRO en staatssecretaris Jean Rummenie van LVVN de methode recent vroegtijdig goedgekeurd in een wijziging van de Omgevingsregeling.
Dat er een grote lijst aan onjuistheden en onvolledigheden waren in de voorgestelde wetswijziging, heeft de Zoogdiervereniging in januari al kenbaar gemaakt bij het indienen van een zienswijze. Hierom is gevraagd via een internetconsultatie, waar iedereen kon reageren op het wetwijzigingsvoorstel. De Zoogdiervereniging was overigens niet de enige. Ook provincies, RVO, het Netwerk Groene Bureaus, het Vleermuisvakberaad en SEVON hebben duidelijke reacties ingediend, waarom de wijziging van de Omgevingsregeling op deze manier niet door zou mogen gaan. Ook is duidelijk aangegeven wat er veranderd zou moeten worden, of nog nodig is.
Brief aan de Tweede Kamer
Op woensdag 9 april 2025 is er een commissiedebat in de Tweede Kamer, waarin dit onderwerp besproken wordt. Om onze zorgen duidelijk te maken heeft de Zoogdiervereniging een brief gestuurd (pdf: 140 kB) naar de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In de brief zijn onder andere de volgende alinea’s opgenomen:
"De eDNA-methode is nog niet voldoende getest om jaarrond te kunnen worden gebruikt. Ook is nog niet duidelijk of alle gebouwbewonende vleermuissoorten kunnen worden opgespoord met deze methode. Daarnaast is een goed verloop van het proces rondom onderzoek niet geborgd. Zo is de uitvoer van de monstername en beoordeling van de uitslag niet onafhankelijk. De regeling schrijft dat er bij het vinden van een vleermuisverblijf middels eDNA een methode mag worden gehanteerd waarbij de vleermuizen worden verjaagd en de verblijfplaats wordt vernield. Door de opzet, onduidelijkheid over de effectiviteit en onvolledigheid van de regeling is er een risico op overtreding van de wet en het verlies van veel (belangrijke!) vleermuisverblijfplaatsen." "Samen met soortenorganisaties en de provincies in hun rol als bevoegd gezag kan de eDNA-methode naar ons idee ontwikkeld worden tot een ecologisch en juridisch verantwoorde toepassing binnen het natuuronderzoek." |
Geen effectiviteit
Het opnemen van een methode in een Omgevingsregeling als erkende onderzoeksmethode veronderstelt effectiviteit van deze methode. Wat de Zoogdiervereniging betreft, kunnen we op dit moment de effectiviteit niet veronderstellen. We kijken uit naar een positieve wending ten aanzien van de eDNA-methode als inzet voor vleermuisonderzoek.
Meer informatie
Tekst: Zoogdiervereniging
Foto's: Johann Prescher