Vroege vondst Narcisamaniet in het Noordhollands Duinreservaat
Nederlandse Mycologische VerenigingNarcisamaniet
De Narcisamaniet (Amanita gemmata) heeft een gestreepte hoedrand en een witte steel met een ring die vaak ontbreekt. De witte knol aan de voet van de steel heeft een beurs met een vliezige rand. De wasgele tot okergele hoed is (meestal) bedekt met vrij grote witte velumplakken. Het broze vlees heeft geen duidelijk kenmerkende geur. Deze knolamaniet leeft in symbiose (mycorrhiza vormend) met verschillende naaldboomsoorten, maar ook met enkele loofboomsoorten als Beuk en Eik en dan vooral in lanen. Narcisamanieten worden veel gevonden op de pleistocene zandgronden van de Veluwe en Drenthe met een voorkeur voor beboste stuifzanden en lanen op schrale bemoste wegbermen met oude loofbomen. Verder is ze een algemene verschijning in Noord-Brabant en in de duinen van Hoek van Holland noordwaarts tot en met de Waddeneilanden. In de kalkrijke duinen komt ze waarschijnlijk alleen op ontkalkte plaatsen voor. Als kalkvlieder is ze ten noorden van Bergen (NH) en in het Waddendistrict soms ver van de (schelpen)paden te vinden.
Vroeg in het jaar
Op de vorige Rode Lijst (1995) stond de Narcisamaniet nog als bedreigde soort te boek, maar daar is op de nieuwe Rode Lijst (2008) geen sprake meer van. Omdat de Narcisamaniet een telsoort is kan dit voor een deel het gevolg zijn van intensiever veldwerk maar zeer waarschijnlijk ook van een reëel herstel. Ze kan soms vroeg in het voorjaar tevoorschijn komen en met name in Noord-Holland lijkt dit in toenemende mate het geval te zijn. Omdat er in het voorjaar veel minder naar paddenstoelen wordt gekeken wordt het voorkomen van de Narcisamaniet in het voorjaar waarschijnlijk onderschat. De vroegste waarneming dateert van 8 januari 2007 van een Grove den in de Staatsbossen van Schoorl. De Staatsbossen van Schoorl zijn rijk aan Narcisamanieten en het zoeken ernaar in het voorjaar levert een goede kans op waarnemingen. Vroege waarnemingen zijn bekend van 27 april 2000 (met 7 waarnemingen), 1 mei 2002 en 2 mei 2004 , allemaal bij Zwarte den. Waarnemingen van andere gebieden in Noord-Holland dateren van 30 maart 2000 (duinen bij Petten, Zomereik) en het Zwanenwater bij Callantsoog op 25 april 2004 (20 exemplaren!) en 5 april 2014 (7 exemplaren), beide bij (zee)dennen als waardboom. Vergeleken met genoemde vroege waarnemingen is de waarneming van de afgelopen week uit het Noordhollands Duinreservaat niet uitzonderlijk vroeg te noemen.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging