Nieuwe soort scheefbloemwitje al in juli in Nederland
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Op 27 september 2015 werd door Pieter Vantieghem het scheefbloemwitje voor het eerst in Nederland waargenomen op de Sint-Pietersberg. Dat was de eerste melding, maar inmiddels blijkt de vlinder in juli al te zijn gefotografeerd in Posterholt.
Na het nieuws van een nieuwe dagvlindersoort kwamen vele foto’s van witjes binnen bij De Vlinderstichting en de invoerportalen van telmee.nl en waarneming.nl waarvan mensen dachten dat het een scheefbloemwitje was. Stuk voor stuk bleken het foto’s van klein of groot koolwitje. Maar toen Marlie Huskens op 14 oktober door haar fotoarchief bladerde vond ze een hele goede kandidaat die ze in juli gefotografeerd had in Posterholt (Midden-Limburg).
Marlie schrijft: “Omdat ik wist via het berichtje op Vlindernet dat het scheefbloemwitje in Nederland was waargenomen en er veel scheefbloem (de waardplant) in onze tuin staat, ben ik door mijn foto’s gaan spitten. Vanaf 2007 tot nu toe heb ik alle witjes bekeken, totdat ik op een witje van 22 juli 2015 stuitte en dacht: ‘dit is een goede kandidaat’. Nadat ik het berichtje nog eens goed gelezen had en mijn witje met dat van Pieter had vergeleken, was nog maar weinig twijfel. Ik heb de foto meteen doorgestuurd naar De Vlinderstichting en daar was men het er snel over eens: het is een scheefbloemwitje!”
Vanwege de aanwezigheid van scheefbloem in de tuin is er direct na de ontdekking door een drietal mensen twee uur lang gezocht naar de aanwezigheid van rupsen. Naast de scheefbloem staan ook andere kruisbloemigen in de tuin die door klein koolwitje als waardplant worden gebruikt en wellicht ook door scheefbloemwitje. Op de andere kruisbloemigen werd veel vraat gevonden en werden al vrij snel drie rupsen gevonden. Waarschijnlijk gaat het om klein koolwitje. Op de scheefbloem werd het zelfde vraatpatroon aangetroffen, maar er werden geen rupsen gevonden. We zullen dus nog even moeten afwachten en weten volgend jaar pas of er voortplanting heeft plaatsgevonden.
Tekst: Kim Huskens & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Marlie Huskens