Zwartvlekwinteruil gaat heel de winter door
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Vanaf half oktober worden de eerste zwartvlekwinteruilen gemeld via Waarneming en Telmee. De komende weken, en zeker als er eerst nog wat koude nachten zijn, zullen ze nog verder toenemen en ze zijn tot volgend jaar april te zien.
Voor 2005 waren er nauwelijks waarnemingen van de zwartvlekwinteruil in Nederland. Er zijn meldingen uit 1974, 1979, 1985, 1990, 1994 en 1995. In 2005 verscheen de vlinder en waren er vier meldingen. Na dat jaar gaat het jaarlijks om honderden waarnemingen en om duizenden vlinders. Waarschijnlijk heeft de uitbreiding te maken met de net wat hogere temperaturen als gevolg van klimaatverandering. De zwartvlekwinteruil is de hele winter actief, behalve in nachten dat het flink vriest.
De eerste jaren zat hij vooral in Zuid-Nederland, maar inmiddels is hij ook in Groningen en Friesland een regelmatige verschijning. In de kop van Noord-Holland wordt hij nog niet veel gemeld. Het is inmiddels een algemene soort die voorkomt in loofbossen, bospaden, open plekken in het bos, houtwallen, verwilderde tuinen, boomgaarden, maar ook wel in stedelijk gebied. De rupsen leven op allerlei loofbomen en struiken zoals sleedoorn, sering, appel en roos. De jonge rups, die in mei uit het ei kruipt eet vooral de knoppen van de waardplant. Oudere rupsen eten ook van het blad.
De zwartvlekwinteruil komt niet veel af op licht, zoals sommige andere nachtvlinders, maar wel is hij te vinden op bloemen. In oktober en november is dat voornamelijk klimop. Als je nu ’s avonds met een zaklamp de bloemen afzoekt heb je kans er een aan te treffen. Ook rottend fruit en sap uit beschadigde bomen wordt wel gebruikt.
Zwartvlekwinteruilen zijn ook uitstekend te lokken. Een zoet mengsel van stroop of appelstroop, gemengd met suiker en eventuele andere ingrediënten kan van tientallen meters afstand nachtvlinders aantrekken (zie dit natuurbericht voor een recept). Ze zitten dan meestal rustig te drinken en zijn goed te bekijken en op naam te brengen. Verspreid over het land zijn er nachtvlinderaars die regelmatig bomen met stroop besmeren en controleren welke vlinders ze erop aantreffen. Dat smeren gebeurt net voor zonsondergang (dus nu zo tussen 17.00 en 18.00 uur) en het controleren kun je vanaf een uur later doen. De beste nachten zijn als de temperatuur niet onder de 5 graden Celsius komt en de afgelopen nachten zijn er dan ook flink wat nachtvlinders op smeer doorgegeven aan Waarneming.nl en Telmee, waaronder dus ook de eerste zwartvlekwinteruilen. De piek valt in november en na de overwintering volgend jaar in februari-maart.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting