Dikkopjes: kleine buitenbeentjes
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Op dit moment zijn er vijf soorten dikkopjes te zien. De 4 die in het voorjaar vliegen, maar ook de eerste groot dikkopjes zijn al gesignaleerd. Een aantal van de zeldzame dikkopjes wordt de laatste jaren wat meer gezien.
Dikkopjes zijn buitenbeentjes binnen de dagvlinders. Qua bouw zijn ze duidelijk anders. De vleugelvorm en de manier waarop een aantal van hen deze in rust houdt doet soms meer denken aan nachtvlinders. We kennen negen soorten dikkopjes in ons land, waarvan er nu vijf actief zijn.
Het kaasjeskruiddikkopje is nog maar een paar jaar terug in Nederland. Sinds 1953 was er geen waarneming meer van deze soort, maar sinds 2009 komt dit dikkopje weer jaarlijks voor in het zuiden van Limburg. Ook deze lente zijn ze daar al weer volop gezien. De meeste waarnemingen komen van de Sint Pietersberg, maar ook op andere locaties wordt hij wel gezien. Kaasjeskruid komt veel meer voor en we verwachten dan ook dat het kaasjeskruiddikkopje zich verder uit zal breiden.
Ook het bruin dikkopje is een Limburgse specialiteit. Op de Wrakelberg heeft altijd een populatie gezeten. Daarbuiten was de soort verdwenen, maar sinds een jaar of 10 wordt hij op meer locaties gezien, waaronder natuurlijk ook de Sint Pietersberg en de ENCI-groeve. Ook bruin dikkopje heeft een waardplant die elders in Nederland ook volop aanwezig is, maar de waarnemingen komen tot nu toe alleen nog maar uit Zuid-Limburg.
De aardbeivlinder is daar niet te vinden. Voor deze soort moet je zijn in de duinen van Noord-Holland en Schiermonnikoog, maar ook in Drenthe, Overijssel en op de Veluwe zijn populaties. De aardbeivlinder heeft als belangrijkste waardplant in het binnenland tormentil en net als deze plant komt de aardbeivlinder zowel op vochtige plaatsen voor, zoals in Noordwest-Overijssel, als op de droge heide van bijvoorbeeld de Hoge Veluwe. Het bont dikkopje, ook een schaarse soort is vooral in Noord-Brabant goed vertegenwoordigd, maar ook in het uiterste oosten van Twente en de Achterhoek kun je deze nog aantreffen. Het is een soort van de overgang van vochtige heide en graslanden naar bos. Ook het bont dikkopje is een echte voorjaarsvlinder die nog een week of twee te zien zal zijn. Hij heeft maar 1 generatie per jaar en pas volgend voorjaar komen de volgende uit de pop. Het groot dikkopje, dat ook 1 generatie heeft, begint nu net te vliegen en we kunnen nog zeker een week of 4 tot 6 genieten van deze prachtige grasland- en heidevlinder.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting