Kakelverse groot dikkopjes
De VlinderstichtingDie net uit de pop gekropen groot dikkopjes zijn oranjebruin met een prachtige groenige weerschijn. Die verdwijnt vrij snel als ze al even vliegen. Op de bovenzijde hebben groot dikkopjes donkere vlekken en vegen. Als ze met de vleugels dicht zitten zie je lichte, gelige vlekjes op die achtervleugel. Zoals bij veel dikkopjes, zijn grassen de waardplant waarop de rupsen zijn gespecialiseerd. Ze gebruiken diverse grassen zoals breedbladige zwenkgrassen en beemdgrassen, duinriet, kweek, witbol, kropaar en pijpenstrootje. De vlinders vliegen op allerlei beschutte, vrij vochtige graslanden en ruigten. Bijvoorbeeld vochtige heide met pijpenstrootje, grazige ruigten in graslanden, open plekken in bossen en langs bosranden. Ze vliegen vanaf eind mei tot eind augustus in één generatie; de laatste jaren worden ook af en toe enkele vlinders van een partiële tweede generatie in september gemeld. Groot dikkopjes worden vaak foeragerend gezien en gebruiken nectar van onder andere gewone braam, dophei en akkerdistel.
Een vrouwtje dat op zoek is naar een geschikte plaats om de eitjes af te zetten, vliegt laag boven de vegetatie. Wanneer een geschikte plant is gevonden, gaat ze op een van de buitenste bladeren zitten en zet aan de onderzijde één eitje af. De meeste eitjes worden afgezet op beschutte plaatsen in een vrij hoge grazige vegetatie. De rups is te vinden vanaf eind juli. De soort overwintert als half volgroeide rups in een stevig kokertje dat bestaat uit samen gesponnen bladeren. De verpopping vindt plaats in een cocon tussen grassprieten dicht bij de grond. Het groot dikkopje zit dus de hele winter in de vegetatie en is dan ook erg gevoelig voor een maaibeheer waarbij alles wordt weggemaaid. Gefaseerd maaien, waarbij bij iedere maaibeurt (ook de laatste voor de winter) een deel van de planten blijft staan, is essentieel. Binnen Kleurkeur, een keurmerk voor ecologisch beheer van bermen en groenstroken, wordt bij alle maaibeurten vijftien tot dertig procent niet gemaaid. De komende weken vliegt het groot dikkopje nog, dus ga op pad en kijk of u ze kunt vinden.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF