Op zoek naar de aardbeivlinder
De VlinderstichtingDe aardbeivlinder is een voorjaarsvlinder: vanaf begin mei tot half juni kun je ze te zien krijgen. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende kruiden zoals tormentil, muizenoor en biggenkruid. Ze zijn ook te vinden op bramen in de bosrand. De mannetjes verdedigen een territorium vanaf een hoge plek, zoals een grashalm of een bloemknop. Andere mannetjes die daar in de buurt komen, verjagen ze fanatiek. Vrouwtjes zijn natuurlijk wel van harte welkom in hun territorium en al snel zal er gepaard worden. Na de paring vliegt het vrouwtje laag boven de vegetatie op zoek naar een geschikte waardplant. De rupsen zijn erg kieskeurig en eten slechts enkele soorten planten, allemaal familie van de ganzerik. Ook aardbei behoort hiertoe. Op de meeste plekken in Nederland is tormentil de belangrijkste waardplant. Het vrouwtje heeft voor de ei-afzet een voorkeur voor kleine, jonge planten die in een lage vegetatie groeien. Voor ze de eitjes afzet, inspecteert ze het blad zorgvuldig door eroverheen te lopen. Hierbij tast ze met een gekromd achterlijf de onderzijde van het blad af. Er wordt één eitje op de onderzijde van een goedgekeurd blad van tormentil afgezet.
Waar zoek je de aardbeivlinder?
Er zijn een aantal gebieden waar de aardbeivlinder voorkomt. In de duinen ten zuiden van het Noordzeekanaal; de zuidelijke Veluwe (Gelderland); Nationaal park Weerribben-Wieden, Salland en Twente (Overijssel); het Wynjeterper schar in Friesland; en het Dwingelderveld en een grote populaties in het Bargerveen (Drenthe). Als je de aardbeivlinder wilt vinden, moet je zoeken op de bloemrijkere delen in de droge hei of vochtige, venige graslanden. Vaak zie je langs de paden en op wat verstoorde stukjes kruiden als biggenkruid, muizenoor en ook tormentil staan: daar moet je zijn.
Vlinders zijn alleen actief als het droog en niet te koud is, vooral als de zon schijnt. De aardbeivlinder is een klein bruin vlindertje met beige vlekjes. Het zit vaak stil en als hij vliegt, fladdert hij razendsnel rond waardoor hij ook niet makkelijk te herkennen is. Toch hopen we wel dat er veel mensen actief op zoek gaan naar de aardbeivlinder. Het is een bedreigde soort en je kunt vlinders pas goed beschermen als je weet waar ze zitten.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF