Spreeuw in MUS doet het goed
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]
De afgelopen twee winters waren zacht, dus gunstig voor standvogels die het hele jaar bij ons blijven. De Spreeuw laat na jaren van achteruitgang een lichte toename zien. Bij Blauwe Reiger, Waterhoen en Winterkoning zien we dat beeld ook bevestigd ten opzichte van 2014. Verheugend is dat de Zanglijster, een korteafstandstrekker, weer een toename laat zien, want de acht jaar ervoor was er een afname. De Stadsduif is afgenomen en dat komt wellicht doordat er minder gevoerd wordt of door de toename van de Slechtvalk in het stedelijk gebied. Verrassend is de afname van de Huismus want in de jaren daarvoor was er een lichte toename. Onduidelijk is nog wat hier achter zit. Dit blijkt uit het Meetnet Urbane Soorten van Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Het stads- en dorpsvogelmeetnet MUS (Meetnet Urbane Soorten) loopt dit jaar alweer voor het negende jaar. Het is een eenvoudig en laagdrempelig meetnet dat ook weinig tijd kost. Op 8 tot 12 telpunten worden binnen 5 minuten per punt alle vogels met terreinbinding geteld. Hierdoor weten we van een groot aantal soorten de aantalsontwikkeling in het stedelijke gebied. Daarnaast weten we ook waar welke soorten zitten en in welke aantallen. De waarnemingen worden door de waarnemers vaak snel ingevoerd zodat we snel een indruk krijgen van de voorlopige resultaten.
Spreeuw, goed jaar
De Spreeuw laat een lichte toename zien. Na jaren van achteruitgang is er een goed jaar te melden. Het Jaar van de Spreeuw 2014 was een succesvol jaar met een vroege start van de eerste leg en ook veel tweede legsels. Daarvan lijken we in 2015 de vruchten te plukken met hogere aantallen en de voorlopige resultaten van MUS lijken dit te bevestigen. De reproductie dit jaar is gemiddeld: er zijn maar weinig tweede legsels. Kunnen we nu al intekenen voor een afname in 2016? Zo eenvoudig is het niet. Want naast de reproductie draagt ook de overleving van de jonge Spreeuwen in het eerste jaar bij aan de aantalsontwikkeling.
Laatste telling voor de Gierzwaluw
De laatste telperiode van MUS loopt tot 15 juli en is een avondtelling speciaal voor de Gierzwaluw en een aantal andere soorten. In de avonduren vallen de Gierzwaluwen meer op omdat ze vaak laag over de huizen vliegen en een gierend geluid laten horen. Zo’n 750 waarnemers verspreid over het land gaan dan tussen 19 uur en zonsondergang de punttelling uitvoeren in hun postcodegebied. Voor het eerst in het bestaan van Sovon hebben we door MUS een trend van deze lastig te tellen soort. We zien sterke jaarverschillen maar als de reeks van jaren langer wordt, krijgen we ongetwijfeld een meer betrouwbare trend.
Tekst: Jan Schoppers, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Luc Hoogenstein, Saxifraga; Ran Schols