Trage herfstverkleuring door zeer warme herfst
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender en Alterra Wageningen UR [land] op [publicatiedatum]
De herfstkleuring begon dit jaar onverwacht zeer vroeg maar door de zeer hoge temperaturen in de eerste twee herfstmaanden werd de snelheid van herfstkleuring sterk vertraagd. Uit satellietwaarnemingen blijkt dat de mate van herfstkleuring begin november inmiddels vergelijkbaar is met de herfstkleuring begin november van 2012 en 2013 die beide ten opzichte van vijftig jaar geleden een relatief late herfstkleuring hadden.
Uit de Groenmonitor die wordt gebaseerd op satellietmetingen bleek begin september dat de bossen in ons land al geleidelijk minder groen werden terwijl in 2013 de Groenindex nog nauwelijks terug liep (zie onderstaande figuur). De loofbossen waren zo’n 8 procent minder groen dan een jaar geleden om dezelfde tijd. Door het hele land waren al duidelijk tekenen van bladverkleuring te zien. We vermoedden dat de vroege start van de bladverkleuring werd veroorzaakt door een combinatie van een zeer vroege start van het groeiseizoen en de koude augustusmaand.
Uit de satellietmetingen blijkt echter dat begin november Nederland net zo groen (of eigenlijk net zo bruin) is als begin november 2013 en begin november 2012. Beide voorgaande jaren hadden een late herfst. Vooral vorig jaar bleven de bladeren lang groen aan de bomen hangen waarna eind oktober een versnelde bladverkleuring optrad. Dit jaar liep de Groenindex heel geleidelijk naar beneden wat betekent dat de bomen in Nederland heel geleidelijk de herfstkleur kregen. De geleidelijke verkleuring is waarschijnlijk veroorzaakt door de zeer hoge temperaturen in september en oktober. September was met een gemiddelde temperatuur van 15,9 °C maar twee tiende kouder dan augustus en oktober kwam met een gemiddelde van 13,4°C in de top drie van warmste oktobermaanden sinds 1901.
Doordat we voor het eerst de Groenindexwaarnemingen gecombineerd hebben met de nationale bosinventarisatie kunnen we ook onderscheid maken tussen de Groenindex van beuken-, eiken- en populierenbossen. Daaruit blijkt dat de bladverkleuring bij alle drie de boomsoorten dit jaar tegelijk begon en dat de bladeren vervolgens bij alle drie de soorten heel geleidelijk bruiner werden. De bladeren van populieren verkleurden het snelst, gevolgd door eik en daarna beuk. Deze volgorde zagen we ook vorig jaar. In het voorjaar daarentegen beginnen de populieren beduidend eerder in blad te komen, gevolgd door de eiken en als laatste de beuken. De bladontplooiing loopt echter het snelst bij de beuken gevolgd door eiken en populieren waardoor ze allemaal ongeveer tegelijkertijd hun maximale Groenindex bereiken rond 1 juni. De beukenbossen realiseren uiteindelijk de hoogste Groenindex en zijn dus het groenst.
Tekst: Gerbert Roerink, Alterra Wageningen UR en Arnold van Vliet en Wichertje Bron, De Natuurkalender, Wageningen University
Bron: www.groenmonitor.nl