Eekhoornkalender augustus: grotere kans om eekhoorns te zien

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Dit jaar is er in de loop van augustus, september en oktober een relatief grotere kans om eekhoorns te zien. Dankzij de aanwezigheid van beukennootjes en eikels in de herfst van 2013 en de zachte winter van 2013/2014 zal een groot deel van de eekhoorns in een goede conditie de winter zijn doorgekomen. Daardoor heeft waarschijnlijk een relatief groot deel van de vrouwtjes aan het eind van afgelopen winter al de eerste jongen geworpen. Rond het begin van de zomer is er vaak een tweede worp. Twee maanden na de geboorte verlaten de jongen het nest. Het grootste deel van de jongen van afgelopen jaar zijn dus in de loop van augustus en september buiten de nesten waar te nemen.

Wanneer je er rond deze tijd op uit gaat is er grote kans op het zien van eekhoorns en met name jonge eekhoorns. Wie weet kom je een nest jonge eekhoorns tegen die net uit het nest zijn gekomen. Het leuke aan deze jonge dieren is dat ze heel benaderbaar zijn. Zo werd tijdens een wandeling in een park in Nijmegen een groepje van drie jonge eekhoorns scharrelend op de grond aangetroffen, waarbij één van de jongen pontificaal op de schoen van een parkbezoeker ging zitten. Zelf ben ik ook eens een nest van drie jongen tegengekomen en deze bleven rustig aan de voet van een boom naar je opkijken.

Eekhoorns zien
Om de kans op het zien van eekhoorns zo groot mogelijk te maken moet je of vroeg uit de veren (zo vanaf een uur na zonsopkomst). Of je moet wachten tot de namiddag en avond. Eekhoorns in stadsparken en op de overgang van bos naar woonwijken zijn het makkelijkst waar te nemen. Die zijn namelijk aan mensen gewend. Eekhoorns die verder in het bos leven zijn veel schuwer en laten zich moeilijk zien. Daarnaast zijn de dichtheden midden in het bos lager, omdat de voedselsituatie meestal minder gunstig is. Dat vinden we ook terug in de verspreidingskaarten die we van de eekhoorn kennen. Daarin zijn grote zogenaamde ‘witte gebieden’ in grotere boscomplexen, waarvan niet bekend is of er eekhoorns voorkomen. Daar zitten waarschijnlijk wel eekhoorns, maar doordat de dichtheden daar lager zijn en de dieren schuwer zijn, is de kans ze daar waar te nemen veel kleiner.

Vraatsporen
In de bossen, waar het lastig is om de eekhoorns zelf te zien, kun je door gericht te zoeken wel het hele jaar door hun sporen vinden. Wanneer er dennen staan of fijnsparren (niet onder douglassparren!), dan zijn de karakteristieke vraatsporen van eekhoorns onder die bomen te vinden. Die zijn met enige kennis vrij eenvoudig te onderscheiden van vraatsporen door spechten of (woel)muizen. Spechten hakken de dennenappels open waardoor er een slordige maar wel complete dennenappel achterblijft. Eekhoorns en (woel)muizen knagen de schubben weg om bij de zaden te komen en de eekhoorn gaat daarbij ‘slordiger’ te werk waardoor er rafels aan de as van de dennenappels en sparrenkegels blijven zitten.

Doorgeven waarnemingen
Kortom heb je tijd over en zin om het bos in te gaan, combineer dan het nuttige met het aangename en geef de waarnemingen van eekhoorns door. Kijk op de kaart op onze website welke witte gebieden er zijn in jouw omgeving en ga op zoek naar vraatsporen van eekhoorns. Dat levert voor de verspreiding belangrijke gegevens op! Het doorgeven van eekhoornwaarnemingen kan eenvoudig via uw smartphone met de eekhoorn app maar ook op andere manieren via internet.

2014 is door de Zoogdiervereniging en Stichting Eekhoornopvang uitgeroepen tot Jaar van de eekhoorn. Meer informatie over het Jaar van de eekhoorn is te vinden op www.jaarvandeeekhoorn.nl.

Tekst: Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging
Foto's: Roline Eikelboom; Annemarie van Diepenbeek