Wild van liefde!
ZoogdierverenigingEekhoorn
Eekhoorns kunnen twee keer in een jaar paren en jongen krijgen, zeker wanneer er veel voedsel is. De eerste periode is van december tot februari en de tweede van mei tot juni. In deze perioden achtervolgen verschillende mannetjes eenzelfde vrouwtje en proberen met haar te paren. Na de paring leven ze weer apart van elkaar.
De draagtijd duurt vijf tot zes weken. In deze periode bouwt het vrouwtje haar kraamnest dat steviger is dan een gewoon nest. Het is gemaakt van gevlochten takken en dik bekleed met gras. Hierna worden er twee tot vijf kale en blinde jongen geboren. Met drie weken zijn ze behaard en na vier weken gaan de ogen open. De jongen worden tien weken gezoogd, waarna ze vrij snel de natuur gaan ontdekken. Na drie maanden is het tijd dat de jongen op eigen benen staan en jaagt de moeder hen uit haar territorium. Na tien maanden zijn de jongen geslachtsrijp.
Haas
Als je op dit moment een groep hazen door het veld ziet rennen, let dan goed op. Waarschijnlijk is het voorste dier een loopse moerhaas (vrouwtje) en zie je enkele rammen (mannetjes) die achter haar aanzitten. In de paartijd (of rammeltijd) gaat het er ruig aan toe. Hazen vechten hevig waarbij ze als boksers tegenover elkaar staan en flinke klappen uitdelen. Het kan daarbij gaan om mannen die om een vrouwelijke haas vechten, maar ook om een vrouw die het mannetje van zich afhoudt.
Na een draagtijd van ongeveer zes weken worden de jongen in een open nest geboren. Pasgeboren haasjes zijn volledig behaard en hebben de ogen open. Al na één of enkele dagen verlaten de haasjes de geboorteplek. Ze komen daar echter elke dag, drie kwartier na zonsondergang, weer terug. De moeder komt meestal een kwartiertje later om ze te zogen, totdat de haasjes ongeveer een maand oud zijn. De sterfte onder jonge hazen is hoog. Van de jongen van één moer blijven er vaak maar twee tot vier in leven.
Vos
Vossen krijgen eenmaal per jaar jongen. Van vossen is de paartijd nu op zijn piek, hoewel deze al begon in december. Gedurende de paartijd volgt het mannetje enkele dagen het vrouwtje overal waar ze gaat en voorkomt zo dat andere mannetjes met 'zijn' vrouwtje paren. De paring duurt vrij lang, omdat het mannetje met zijn geslachtsdeel een tijdje aan het vrouwtje blijft vastzitten.
In de dagen voor de geboorte van de jongen blijft het vrouwtje in haar hol. Het mannetje brengt haar dan voedsel of ze haalt een verstopte prooi op. Na een draagtijd van ongeveer 53 dagen worden eind maart of begin april de één tot veertien, maar meestal vier tot vijf jongen geboren in een klein hol onder boomwortels of in een rotsspleet. De jongen hebben een donkergrijsbruine kleur. Pas na een dag of twaalf gaan de oogjes van de jongen open. Hun eerste stapjes buiten het hol zetten ze na een week of drie, vier. Tegen die tijd worden ze meestal door het vrouwtje naar een ander, groter hol verplaatst. Na vier weken krijgen de jonge vosjes vast voedsel. Het mannetje woont niet in het hol maar brengt in de eerste weken wel voedsel. Vanaf half juni verblijven de jongen meestal bovengronds, vaak op een plek met dicht struikgewas.
Wolf
De paartijd van de wolf is één keer per jaar hoewel de timing een beetje verschilt per gebied. In onze regio is de paartijd in de tweede helft van februari. Normaal gesproken paart alleen het oudere paartje binnen de roedel. Na een draagtijd van 63 dagen worden drie tot zeven welpjes geboren in een ondergrondse burcht. Beide ouders zorgen voor de jongen en krijgen daarbij hulp van de andere roedelleden. Het zogende teefje blijft in het nest terwijl het mannetje haar voedsel brengt. Na een week of zes zijn de jongen gespeend, daarna blijven ze minstens een jaar bij de roedel. In dit eerste levensjaar spelen jonge wolven graag en veel.
Meer informatie
- Wil je meer over wilde zoogdieren in Nederland weten? Kijk op Zoogdiervereniging.nl/zoogdiersoorten.
Tekst: Glenn Lelieveld, Zoogdiervereniging
Foto's: Dick Klees, Studio Wolverine; Roline Eikelboom; O.L. de Vries; Hans Hasper, Wolvenmeldpunt