Jonge spreeuwen

Bijzonder spreeuwenbroedseizoen ten einde

Sovon Vogelonderzoek Nederland
18-JUL-2014 - In het Jaar van de Spreeuw is onder andere speciale aandacht besteed aan de broedprestaties van deze in aantal afnemende soort. Vroege broedsels en een forse golf tweede legsels waren de opvallendste kenmerken van broedseizoen 2014.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

In het Jaar van de Spreeuw is onder andere speciale aandacht besteed aan de broedprestaties van deze in aantal afnemende soort. Vroege broedsels en een forse golf tweede legsels waren de opvallendste kenmerken van broedseizoen 2014.

Alarmerende afname
De aanleiding voor de extra aandacht voor spreeuwen is de afname die al decennia aanhoudt. Sinds midden jaren tachtig nam de Nederlandse broedpopulatie met gemiddeld 4% per jaar af, in totaal leidend tot een vermindering met ruim 60%. Het is onderdeel van een grootschalige ontwikkeling. Op Europees niveau is de stand sinds de jaren tachtig ongeveer gehalveerd.

Jonge spreeuwen (foto: Albert de Jong)

Nesten nauwkeurig gevolgd
In 2014 zijn de broedprestaties uitvoeriger gevolgd dan in andere jaren. Vrijwilligers bestudeerden het broedproces via webcams in nestkasten terwijl lokale populaties in verschillende gebieden intensief gevolgd werden. Een voorbeeld is het terrein van de
Edese Golf Club Papendal. Hier hangen enkele tientallen geschikte nestkasten.

Eerste leg vroeg en succesvol
Spreeuwen broeden sterk synchroon. De eerste broedsels, gemiddeld 5,8 eieren groot, begonnen opvallend vroeg. Het warme voorjaar, volgend op een recordzachte winter, speelt daarbij zeker mee, al past een vroege start ook binnen de langjarig trend. Al rond 9 mei vlogen veel jongen uit, bijna twee weken eerder dan normaliter. De legsels waren erg succesvol. Van 216 eieren kwamen er bijna 200 uit en 97% van de jongen vloog uit. Vergeleken met elders in Nederland verzamelde gegevens uit voorgaande jaren is dit een prima resultaat.

Golf tweede broedsels
Voor zover we weten, begint doorgaans hooguit een tiende van de spreeuwen aan een tweede leg. Dat pakte dit jaar anders uit, want het aantal broedparen dat begon was gelijk aan dat van de eerste leg. Ze waren echter minder succesvol. De spreeuwen legden minder eieren (gemiddeld bijna 1,5 ei minder) en er vlogen aanzienlijk minder jongen uit. In de nestkasten lagen zo’n 35 dode jongen. Het heeft er alle schijn van dat hoe later de tweede leg begint, hoe kleiner de kans op uitvliegen is.

Vervolg
We hopen het intensieve onderzoek aan broedende spreeuwen in de komende jaren door te kunnen zetten. Al is het maar om de resultaten van het Jaar van de Spreeuw 2014 in een breder perspectief te kunnen zetten. Leidt een voorjaar met heel verschillende weersomstandigheden tot compleet andere bevindingen?

Slaapplaatsen tellen
Momenteel, half juli, hebben veel spreeuwen de broedplaats verlaten op zoek naar voedselrijkere gebieden. Ze overnachten veelal op gemeenschappelijke slaapplaatsen, die soms tienduizenden vogels omvatten. In juli proberen vrijwilligers zo veel mogelijk in kaart te brengen waar zulke slaapplaatsen liggen. In oktober, wanneer de doortrek op zijn hoogtepunt is, vindt een landelijke simultaantelling plaats in het weekend van 25/26 oktober. Meer informatie op de speciale webpagina’s.

Tekst: Jan Schoppers, Frank Majoor & Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland