Meer blauw in het geel, of hoe de blauwborst een akkervogel werd
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsBericht uitgegeven door Werkgroep Grauwe Kiekendief [land] op [publicatiedatum]
Tussen half april en half mei bloeit het koolzaad in de Groninger kleigebieden. In het heldere geel op de akkers verschijnen de laatste jaren meer en meer blauwe vlekken: koolzaad blijkt een belangrijk broedgewas voor blauwborsten.
Toen in 1989 voor het eerst broedende blauwborstjes in de structuurrijke slootjes van het Noord-Groningse Hogeland werden aangetroffen wisten we niet wat we zagen. De blauwborst kwam in die jaren vooral voor in de Biesbosch en de Oostvaardersplassen, en stond nog prominent op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. De indertijd schaarse blauwborsten te zien foerageren tussen de bieten en de aardappelen was gek. In dezelfde periode werden broedende blauwborsten in kavelslootjes nabij Sexbierum gevonden en voltrok zich in de Noord-Duitse akkerbouwgebieden hetzelfde proces.
Uit de tellingen blijkt dat de slootjes tussen het Lauwersmeer en de Eemshaven de springplank zijn geweest naar de rest van de provincie Groningen. In de jaren negentig bleek al dat slootjes met veel ruigte van overjarig riet of fluitenkruid in combinatie met koolzaad feitelijk altijd broedende blauwborsten herbergden. Pas later werd de blauwborst ook talrijk in structuurrijke wijken in de veenkoloniën. De sprong naar koolzaad vond later in de jaren negentig plaats en inmiddels lijkt koolzaad het belangrijkste gewas te zijn voor broedende blauwborsten. Door het grote aandeel koolzaad in Oost-Groningen is deze regio vandaag de dag minstens zo belangrijk voor deze prachtige zangvogels als het met sloten doorsneden noorden van Groningen.
Koolzaad hoort in Groningen bij de kleigebieden. Gangbare karteringen (Meetnet Agrarische Soorten of Broedvogel Monitoring Project) onderschatten het aantal broedende vogels in koolzaad, omdat de meeste vogels enkel in de randen worden waargenomen. Beschermers van Werkgroep Grauwe Kiekendief halen echter hun benen open aan dit stugge gewas, wanneer ze in de percelen gelegen nesten van grauwe en bruine kiekendieven beschermen. Vaak tochtjes van vele honderden meters, die een flinke aanspraak op de conditie doen.
We weten door deze sjouwpartijen naar kiekendiefnesten in koolzaad dat de blauwborst zo’n beetje de talrijkste broedvogel is geworden in dit ondoordringbare gewas. Het aantal broedparen in koolzaad schatten we op gemiddeld 1 paar per hectare. Sinds 2009 wordt er gemiddeld duizend hectare koolzaad in Groningen verbouwd. Koolzaad wordt normaliter rond half juli geoogst, dus de blauwborst heeft daardoor genoeg tijd om de jongen uit te zien vliegen. Naast blauwborst, bruine en grauwe kiekendief broeden er ook substantiële aantallen kneutjes, fazanten en in sommige jaren ook roodborsttapuiten in dit prominente oliehoudende akkerbouwgewas.
Een voorzichtige schatting op basis van de MAS-tellingen leert ons dat er minimaal 5.000 paartjes in de provincie Groningen broeden. Zeker driekwart daarvan broedt in akkerland. Uit de MAS-gegevens blijkt dat blauwborsten niet alleen een sterke voorkeur hebben voor koolzaad, maar ook significant meer voorkomen op plekken met sloten en faunaranden. Waarschijnlijk gebruikt de blauwborst deze semi-natuurlijke habitats om naar voedsel te zoeken, en afhankelijk van de vegetatie ook om in te broeden. Het markante blauw van de blauwborsten in een perceel koolzaad dat volop in bloei staat, doet velen versteld staan. Nu is de tijd om het felle blauw te zien afsteken tegen het prachtigste geel dat de landbouw heeft voortgebracht.
Tekst: Ben Koks, Werkgroep Grauwe Kiekendief & Marije Kuiper, Wageningen UR
Foto's: André Eijkenaar, Ben Koks, Hans Hut