In Rivierenland kondigt de veldleeuwerik eindelijk de lente weer aan
Provincie GelderlandWat wil de veldleeuwerik? Een open plek om te broeden, maar wél beschut. En genoeg insecten om de kuikens mee te voeren. Zou hij vanuit het luchtruim naar een plekje speuren, dan ziet hij een lappendeken van keurige akkers. De eerste aardappelen en suikerbieten zitten alweer in de grond. Maar gewassen die beschutting bieden en bloeiende kruiden zijn er nauwelijks. Bestrijdingsmiddelen en maaimachines daarentegen wel.
Akkervogels in een intensief landschap
Akkervogels zoals de veldleeuwerik, de gele kwikstaart, patrijs en geelgors leven in akkergebieden. Het is een diverse groep vogels. De veldleeuwerik broedt graag beschut in open landschap, de geelgors zoekt juist landschapselementen op. Sommige vogels zijn trekvogels. Andere, zoals de patrijs, blijven hier, en zoeken in de winter ook beschutting en iets te eten.
Simpel gezegd: akkervogels hebben diversiteit nodig. Beschutting voor hun nesten. Genoeg insecten om te eten in de zomer. Overblijvende gewassen of graanstoppels voor beschutting en zaden in de winter. En dat heeft Nederland steeds minder te bieden.
Met een bijzondere pilot in het Gelderse Rivierenland keert het tij. Op negen akkerbouwpercelen komen vroeg in het voorjaar kruiden en veldbonen tot bloei. Ze trekken tal van smakelijke insecten aan. Zomergraan – dat niet zo dicht groeit – vormt een ideale, beschutte broedplek. Later in het seizoen gaan de witte bloemen van lupine en de paarsblauwe van luzerne (een klaverachtige) open. Ook al van die insectenmagneten. "Welkom veldleeuwerik", staat er eigenlijk.
Mozaïek voor boer én natuur
Het zijn de BAM-akkers van ecoloog Ben Koks, die hij bedacht samen met Anthonie Stip (De Vlinderstichting) en landbouwdeskundige Sander Bernaerts. Verschillende gewassen worden geteeld in stroken van minimaal drie meter breed, zodat het land bewerkbaar blijft. Samen vormen die een Biodivers Akker Mozaïek (BAM). De BAM-akkers zijn een vervolg op het Vogelakkers-concept. Koks ontwikkelde de Vogelakker vanuit zijn ervaringen met bescherming van de grauwe kiekendief. Een intensieve samenwerking met akkerbouwers bleek daarin bijzonder succesvol.
En nu is er dus de BAM-akker. Het hele jaar door groeit en bloeit er wat. Luzerne en meerjarige kruiden zijn altijd onderdeel van de akker. Een boer kiest daarnaast zelf een paar gewassen uit een lijst. Gewassen die goed zijn voor bodem en biodiversiteit, en die hij kan oogsten (zoals lupine of veldboon). De BAM-akker heeft dus waarde voor natuur én boer.
Koks: “De ondernemer heeft ruimte om te doen wat hem past. Hij krijgt een vergoeding voor de stroken die minder opleveren en kan de bonen verkopen. De luzerne verbetert zijn bodem. En alle gewassen zijn goed voor insecten en vogels. Niet alleen een randje hier en een randje daar, maar flinke percelen, van 5 tot wel 55 hectare. Ik ben pas tevreden als een breed spectrum aan boeren terugkeert die goed uit de voeten kunnen met dit pakket en ook kunnen genieten van jubelende leeuweriken boven hun akkers.”
Nostalgie
Het kan niet lang meer duren. Eind maart zal de veldleeuwerik de lente aankondigen. Tientallen meters klimt hij omhoog om zich daarna weer ter aarde te storten. Onvermoeibaar zingend.
Voor boer Jos Lamers uit Herwen is het allemaal nostalgie. Naar een pilot met de BAM-akker had hij dan ook meteen oren. “Als kind hoorde ik altijd veldleeuweriken. Fietste ik naar school, dan vloog er regelmatig een klucht patrijzen op. De laatste dertig jaar werd het stil. De landbouw moest groter, met meer productie. Er ging veel verloren.”
Ziet die veldleeuwerik het weer zitten in Herwen? De BAM-akkers zorgen voor broedgelegenheid en voedsel. En dat is misschien nog niet eens het voornaamste. Veldleeuweriken broeden op de grond. De kuikens worden makkelijk weggemaaid. BAM-akkers bieden een oplossing, omdat er altijd gewassen blijven staan als toevluchtsoord.
Kennis opnieuw opdoen
Akkerbouwer Lamers runt als vierde generatie zijn bedrijf, vlakbij Natura 2000-gebied Rijnstrangen. Dat doet hij met aandacht voor de natuur, samen met zijn vier enthousiaste kinderen.
Op 5,5 hectare groeien nu volgens het BAM-concept luzerne, bonen, vezelhennep en graan. Dat doet Lamers niet voor de veldleeuwerik alleen: “We zijn toevallig ook aan het experimenteren met nieuwe gewassen, zoals bonen en mais voor menselijke consumptie. Strokenteelt past daar goed bij. We hebben daarover veel kennis verloren: hoe breed moeten de stroken zijn, welke gewassen combineren het best, hoe voorkomen we ziekten en plagen? We kunnen in deze pilot zonder risico experimenteren.”
Harder werken, maar de beloning is er!
In de BAM-akker wordt in principe niet gespoten. De onkruiddruk is hoger. Op tijd beginnen met wieden en schoffelen is dus essentieel, zag collega-boer Brord Sloot, die 50 hectare akkerbouw combineert met vleesvee, noten- en fruitteelt en natuurbeheer. “Als de onkruiddruk te hoog wordt, heeft wieden geen nut meer. Je moet er dus echt bovenop zitten. Ja, dat is arbeidsintensiever en het risico is groter. Maar daar staat de vergoeding tegenover.”
En niet te vergeten: twee paar broedende veldleeuweriken. Patrijzen en fazanten. Het gonst van de insecten. Sloot, die naast de luzerne ook veldbonen en vezelhennep zaaide, zag de biodiversiteit in rap tempo toenemen. “Het is allemaal fantastisch om te zien. Al die vogels. Een ontmoeting met een ree ’s ochtends vroeg. Het is gewoon genieten.”
Mes snijdt aan twee kanten
“Het is een heel leerzaam jaar geweest”, zegt ecoloog Ben Koks tevreden. “Voor boeren is dit een stapje extra op de ladder van ingewikkeldheid. Het jaar was nat en er kon pas laat gezaaid worden. Desondanks was het een groot succes. We zijn verrast door de spectaculaire toename van insecten, met zelfs bijzondere soorten. De vogels volgen vanzelf. Nu liggen de akkers er mooi bij, dus ik zou zeggen: op naar jaar twee! De komende jaren gaan we ontdekken wat schaal doet, en landschap. Daarbij is vooral de diversiteit van het landschap in Rivierenland interessant.”
Wat boer Brord Sloot betreft stappen veel meer boeren in: “We hebben als boeren op dit moment overal te veel van, behalve van biodiversiteit. Als meer boeren hiermee aan de slag gaan, dan snijdt het mes aan twee kanten. Dat wil ik graag met deze pilot laten zien. Een concept als BAM helpt de natuur vooruit, zorgt voor meer werkplezier en we houden toch ons inkomen op peil.”
En boer Jos Lamers? Ook die hoorde de veldleeuwerik eindelijk weer zingen op zijn akkers.
Over de pilot
Akkervogels horen van oudsher bij het Nederlandse landschap. Vogels, zoals de patrijs, die zich hier zomer en winter thuis voelden, maar steeds minder te zien zijn. Vogels, zoals de gele kwikstaarten, die soms duizenden kilometers afleggen om in Nederland hun kuikens groot te brengen.
Wil je de akkervogels helpen, dan zijn singels en houtwallen niet genoeg. Júist het akkerland zelf heeft aandacht nodig. Dat lukt pas als een concept ook de ondernemer past. Daarom besloot de provincie Gelderland de pilot in Rivierenland financieel te ondersteunen.
De pilot wordt gecoördineerd door Collectief Rivierenland, dat zich inzet voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer in het Gelderse rivierengebied. Acht boeren die zijn aangesloten bij het Collectief startten in 2024 met de BAM-pilot (totaal 50 hectare). De provincie Gelderland betaalt de vergoeding aan de boeren en voor vijf jaar de monitoring van insecten en vogels. Vijftien boeren staan op de wachtlijst voor een BAM-akker, samen goed voor nog eens 150 hectare.
Meer informatie
Tekst: Provincie Gelderland
Beeld: Ben Koks (leadfoto: veldleeuwerik); Agrio