Toename mooie schietmot door dood hout in beek
Bericht uitgegeven door AQUON, Waterschap De Dommel en Grontmij [land] op [publicatiedatum]
Langs de Tongelreep nabij Eindhoven is op 26 september 2014 een grotere populatie van de schietmot Halesus radiatus aangetroffen. De aanwezigheid van deze grote, mooie soort met opvallend getekende vleugels is mede te danken aan de inspanningen van Waterschap de Dommel. In de afgelopen jaren zijn verschillende maatregelen genomen om de waterkwaliteit en de ecologische aspecten in het gebied te verbeteren.
Eén van de inspanningen betreft het inbrengen van dood hout in het kader van het Stowa-project “Beekdalbreed hermeanderen”. Hierbij werd op geschikte plekken in de beek dood hout aangebracht, met als doel om microhabitat te creëren voor allerlei soorten ongewervelde waterdieren, zoals waterkevers, libellen, dansmuggen en kokerjuffers. Kokerjuffers zijn de larven van schietmotten en verschillende soorten, waaronder Halesus radiatus, leven vooral op hout. Dit jaar is geconstateerd dat het aantal volwassen exemplaren van deze bijzondere schietmot bij de ingebrachte ‘houtpatches’ groter en stabieler is geworden.
Kokerjuffer en schietmot
De schitterende schietmot Halesus radiatus is één van de grootste schietmotten van ons land, met een vleugellengte van ruim 20 millimeter. De kleur is geelachtig, met een opvallend patroon op de vleugels. In de Benelux komen drie soorten van het geslacht Halesus voor, waarvan Halesus radiatus de meest algemene is. De volwassen dieren van deze soort worden schietmotten genoemd. Ze vliegen in de herfst (september en oktober). Ze zijn overdag actief maar kunnen ook ’s nachts, op licht, worden aangetroffen. De larven worden kokerjuffers genoemd. Ze maken hun huisje van stukjes hout en grof materiaal dat in het water aanwezig is. De larven leven grotendeels van plantaardig materiaal dat ze in kleine stukjes knippen en vullen hun dieet aan met dierlijke prooien.
Maatregelen Tongelreep
In 2006 is in de Tongelreep een project uitgevoerd waarbij verschillende meanders in de beek zijn aangebracht. Tegelijkertijd is het beheer van de Tongelreep geëxtensiveerd. In 2010 heeft Waterschap de Dommel in het kader van het Stowa-project “Beekdalbreed hermeanderen” zeven ‘patches’ hout in de Tongelreep ingebracht. Het inbrengen van dood hout verbetert de variatie van habitats en zorgt voor meer variatie in stroomsnelheid. Deze variatie in structuur en stroming is goed voor de ontwikkeling van beekmacrofauna en vissen en draagt bij aan het behalen van de ecologische doelstelling van de Tongelreep.
Vóórkomen schietmot
Halesus radiatus wordt in Nederland als vrij algemeen beschouwd, met ruim 25 bekende vindplaatsen. De soort wordt vooral aangetroffen in natuurlijkere beeksystemen met beekbegeleidend bos op de oever, voornamelijk in het oosten en zuidoosten van ons land en op de Veluwe. In het stroomgebied van de Dommel is deze soort op twee tot vier locaties aanwezig sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw tot 2000, maar steeds in kleine aantallen. Vanaf 2008 is het aantal locaties toegenomen van vijf naar acht in 2014. Op alle locaties wordt een extensief beheer gevoerd en is beekbegeleidend bos op de oevers aanwezig. Dit beekbegeleidend bos zorgt er voor dat er voldoende hout en takjes in de beek vallen waarvan de larven van deze soort afhankelijk zijn, zowel als voedselbron als voor het maken van het kokertje. Halesus radiatus mag dan ook worden beschouwd als indicator van een goede ecologische beekkwaliteit.
Positief effect
Het inbrengen van dood hout in de Tongelreep heeft een positief effect gehad op de goede ecologische toestand van de beek. Verschillende macrofaunagroepen, waaronder de kokerjuffers en hun volwassen stadium, de schietmotten, hebben van deze maatregel geprofiteerd. De populatie van de mooie schietmot Halesus radiatus is groter geworden en naar wij denken ook stabieler.
Tekst: Maria J. Sanabria en Mieke Moeleker, AQUON; Mark Scheepens, Waterschap de Dommel en David Tempelman, Grontmij
Foto's: Maria Sanabria; Mark Scheepens; David Tempelman