Steeds meer Zwarte weeskinderen in Vlaanderen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Met heel wat vlinders gaat het niet zo goed, maar het Zwart weeskind neemt toe. Van die zeldzame nachtvlinder komen de laatste weken weer vele meldingen binnen. Enkel de Kempen lijken nog niet gekoloniseerd.
Het Zwart weeskind is een grote nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen. Veel weeskinderen, zoals het bekende Rood weeskind, hebben mooi gekleurde achtervleugels, maar bij het Zwart weeskind is dat niet het geval. Het is niet meteen moeders mooiste onder de nachtvlinders; de Engelsen noemen dit beestje zelfs ‘Old Lady’. Maar het kan nog erger: de wetenschappelijke naam ‘Mormo’ verwijst naar een boze geest uit de Griekse mythologie, een vampierachtige vrouw die stoute kinderen bijt.
Hoewel de rupsen van Zwart weeskind in het najaar van allerlei lage kruiden en in het voorjaar op bomen zoals de wilg leven, verkiest deze soort de nabijheid van water. Ze zet haar eitjes vaak af in de buurt van beken of stilstaand water. Een soort van vochtige biotopen dus, al is ze daarbij niet erg kieskeurig. De laatste jaren worden ook in stadscentra zoals Gent geregeld Zwarte weeskinderen gespot.
Om een Zwart weeskind te zien, kan je best smeer aanbrengen op bomen. De vlinders komen daarvan drinken. Licht hebben ze dan weer minder graag, ze verkiezen donkere hoekjes. Net als sommige andere nachtvlinders zoals de Huismoeder houdt het Zwart weeskind wel eens een zomerslaapje. Aestivatie heet dat dan. Tijdens die rustperiode verschuilt het dier zich soms (enkele weken) in groep op rustige plekjes, bijvoorbeeld onder bruggen of in schuurtjes, zoals de 17 exemplaren die pas in Wervik gemeld werden.
Voor 2000 was het Zwart weeskind een erg schaarse soort die maar af en toe gemeld werd. De opmars verloopt van op 2 fronten: vanuit West-Vlaanderen richting Gent en de laatste jaren tot in Antwerpen, anderzijds ook vanaf de zuidgrens van Vlaams-Brabant en Haspengouw. Enkel in de Kempen blijkt het Zwart weeskind nog volledig te ontbreken.
Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto: Johan De Clerck