Stropen in de zomer loont!
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Er is al vaker aandacht geweest voor het gebruik van stroop om nachtvlinders aan te trekken. Meestal gebeurt dit in de winter en het vroege voorjaar, maar juist nu zijn er veel en grote nachtvlinders te lokken.
Bij smeren of stropen breng je in de schemering een zoete en sterk geurende substantie aan op een boom of paaltje. Als het donker wordt controleer je die plekken en hoop je dat er (veel) nachtvlinders op te zien zijn. In de zomer zijn er een aantal grote soorten die zich goed laten lokken. In warme, zwoele nachten kun je zomaar vijf of zes vlinders op een ingesmeerde plek te zien krijgen.
De zoete stof kan allerlei samenstellingen hebben en iedere vlinderaar heeft haar of zijn eigen recept, maar alle smeer is mierzoet en bij veel van de smeersels speelt alcohol een al dan niet belangrijke rol. In dit natuurbericht staat een recept, maar u kunt naar hartenlust variëren op dit thema. Houd er wel rekening mee dat het niet te dun wordt (dan druipt het er af en spoelt snel weg), maar ook niet te dik, want dan is het bijna niet meer te smeren.
Vorige week werden op een avond in de Betuwe 12 bomen besmeerd. In totaal kwamen daar meer dan 50 vlinders op af. De huismoeder is een van de meest voorkomende vlinders op smeer. Deze grote vlinder heeft bruine voorvleugels die erg variabel zijn; soms helemaal effen lichtbruin, soms sterk getekend en erg donkerbruin. Als hij de vleugels iets open doet of als hij wegvliegt zie je fraaie oranje achtervleugels die mooi zijn afgezet met een donkere band. Een echt spectaculair gekleurde soort die vaak op het smeer komt drinken is het rood weeskind. Ook hier zien we duidelijk verschil tussen de relatief onopvallende voorvleugels en de felgekleurde, hier rood met zwarte, achtervleugels. Het rood weeskind is overal te verwachten als er wilg of populier in de buurt is. Een andere soort die in de zomer vaak op smeer is te vinden is de piramidevlinder. Vooral in augustus en september komt deze in het hele land veel voor.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting