Te heet om te slapen? Ga nachtvlinders kijken!
De VlinderstichtingWe kennen de vlinderstruik vooral van de dagvlinders die er gebruik van maken. Ook tijdens de tuinvlindertelling van half juli werden er vooral veel dagpauwogen, atalanta’s en koolwitjes op gezien. Maar ook ’s avonds is de vlinderstruik in trek. Zeker op warme nachten kun je soms vijf, maar ook wel eens twintig nachtvlinders te zien krijgen. Ga, ongeveer een uur na zonsondergang - dat is nu zo rond half elf - met een zaklamp de tuin in en schijn voorzichtig langs de bloemen van de vlinderstruik of andere bloeiende planten in je tuin. Soms zie je er direct al vlinders op, maar het kan ook zijn dat je alleen kleine rode lichtjes ziet. De ogen van veel nachtvlinders reflecteren het licht van de zaklamp en als je het aantal lichtjes deelt door twee, weet je hoeveel nachtvlinders er in jouw struik zitten. Rustig dichterbij gekomen kun je kijken of je de vlinders ook kunt herkennen. Er zijn vele tientallen soorten die op dit moment gebruikmaken van de bloemen in onze tuin als energiebron.
Er zijn twee motten die zeer algemeen zijn, overal voorkomen en een duidelijke voorkeur hebben voor de vlinderstruiken in de tuin en dus een grote trefkans hebben. De gamma-uil (zie leadfoto) is daar een van. Deze is zowel overdag als ’s nachts actief en is een enorm drukke vlieger, die meestal flink fladderend voor de bloemen met zijn roltong de nectar verzamelt. De vleugels gaan niet zo snel als die van de kolibrievlinder, die zo echt stil staat voor de bloem, maar rustig zitten is er bij de gamma-uil niet bij. Dat geldt wel voor de andere veel voorkomende nachtvlinder momenteel, de huismoeder. Dit is een grote vlinder die vrij langwerpig overkomt. De kleur is enorm variabel en kan van effen lichtbruin, via donkerder en bontere kleuren tot bijna zwart zijn. De huismoeder heeft een opvallend driehoekig snuitje en de grootte verklapt ook al veel.
Ga vannacht of een van de komende nachten maar eens op onderzoek in de tuin en kijk welke nachtvlinders er te zien zijn. Geef de waarnemingen door via Waarneming of Telmee. Dan worden ze opgenomen in de NDFF, de Nationale Databank Flora en Fauna en kunnen ze worden gebruikt voor onderzoek en bescherming.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: gamma-uil)